vrijdag 6 mei 2011

Drie redenen om terug te gaan naar Berdorf

Alleen het binnenlopen van het klimgebied bij het Luxemburgse Berdorf maakt de reis al de moeite waard. Vanaf de hooggelegen vlakte dalen we af in het bos en al snel bevinden we ons in een steeds smaller wordende kloof tussen wild gevormde zandsteenrotsen. Als de kloof zich weer opent, sta ik tussen indrukwekkende, ruim 30 meter hoge rotsplaten, vooral licht overhangend. De eerste klimmers zijn al in actie. Het zal wel druk worden dit paasweekend... Het is mijn eerste bezoek aan Berdorf en ik ben Frans, Roel, Liesbeth en Peter nu al dankbaar voor de uitnodiging. Erg groot is het gebied niet, maar ik zal al snel ontdekken dat elke route die ik er klim, de moeite waard is. Wat een kwaliteit! In de drie dagen die volgen probeer ik tevergeefs mijn persoonlijke grens te verleggen door mij aan het niveau van Frans op te trekken. Hoewel ik mijn moeilijkste projecten niet uit weet te klimmen, verras ik mijzelf met hoe dichtbij ik weet te komen. Ik mag dan wel geen persoonlijk record vestigen, ik zal zeker als een betere klimmer en gemotiveerder dan ooit naar huis gaan!

De beste prestatie van het weekend lever ik al op de eerste dag: Parapluie, een 7a met als duidelijke crux een groot dak. Een makkelijke inklim (5c) leidt naar een rust direct onder het dak en dan volgt een sequentie van tien passen om over de dakrand te komen. De uitklim is weer verticaal, biedt volop mogelijkheid tot rusten en is vrij eenvoudig (5c). In de eerste twee pogingen is het vooral zoeken naar de juiste bewegingen en voetplaatsingen. Poging drie verknoei ik zelf en in poging vier klim ik Parapluie zonder al teveel moeite uit. Frans klimt de route in de poging erna ook. Waar ik een krachtige, dynamische oplossing voor de cruxpassage kies, lost hij het statisch op door zijn hak boven zijn linkerhand (!) te haken en zich daaraan af te blocken. Bizar! Eerder op de dag mislukt mijn onsight-poging in Willy (6c), een absolute gebiedsklassieker. Het mag de pret niet drukken, want het is een schitterende route: mooi gelegen, erg divers, technisch en vooral behoorlijk lang en continu. Ik sta niet ver genoeg boven het niveau van de route om te compenseren voor alle energie die ik verlies door mijn fouten en het zoeken naar de juiste bewegingen. Ergens in de bovenste helft beeindigt de zwaartekracht abrupt mijn poging.

In de twee dagen die volgen klim ik wel tweemaal een 6b+ onsight, eerst La Plage en later Les deux Secrétaires. Hoewel ik in de laatste meters van La Plage even moet vechten tegen de verzuring, gaan beide routes relatief makkelijk en dat geeft me het gevoel dat ik meer moet kunnen. Dit weekend zal het echter niet gebeuren. Frans en ik zoeken de populaire route Yellow Submarine (7a) op en om een lang verhaal kort te maken vergooien we er vooral veel energie in. We doen veel teveel pogingen veel te snel achter elkaar en blijven door de vermoeidheid en veel technisch prutswerk vallen, danwel in de hooggelegen crux, danwel net erna. Ik trek mijn vingertop bovendien tot bloedens toe open op een klein greepje in de cruxpassage. Omdat we beiden het geduld niet op kunnen brengen om tussen de pogingen te herstellen (het lukt immers steeds net niet!), klimmen we de route tot overmaat van ramp niet uit en sparen we vooral veel airmiles. Ik probeer er het voordeel maar van te zien: op deze manier is het trainingseffect zonder meer het grootst. Enigszins gefrustreerd laten we de route na een groot aantal pogingen achter en besluiten we er tijdens dit bezoek ook niet weer terug te komen. Hoewel het een mooie, technische route is, lijkt het ons beter hier tijdens een volgende bezoek pas naar terug te keren om ons verdere frustratie te besparen.


Het grootste deel van zowel de tweede als de derde dag besteden we aan Deiwel en Infernale, respectievelijk gewaardeerd op 7b+ en 7b (beide lijken ze mij persoonlijk een halve graad lichter). In stijl kunnen de routes haast niet meer van elkaar verschillen en beide bieden ze mij een flinke uitdaging. Deiwel is kort en erg fysiek in een flinke overhang, terwijl Infernale lang, verticaal en veel meer op balans is. Pas aan het einde van de 26 meter lange route zitten vier fysieke passen, waarvan de laatste een volledige dyno. Twee schitterende routes! De meeste tijd besteed ik aan het uitwerken van Deiwel. Vanuit een bizarre zitstart (staan kan er niet) volgen 18 zware passen tot het einde van de overhang. De uitklim erna is eenvoudig. Na een flink aantal pogingen kan ik alle passen uitgerust zonder veel moeite maken, maar blijkt een het linken van alle 18 een brug te ver. Structureel moet ik stoppen en rusten op de 13e pas. Voor de afwisseling klim ik de route Choco Prince, vlak naast Deiwel en eveneens door de overhang. Ik heb de cruxpassage niet snel genoeg door en mis de onsight. In een tweede poging top ik Choco Prince vrij eenvoudig. De waardering van de route stond ooit op 7a en is inmiddels verlaagd tot 6b+. Voor een 7a is het inderdaad te eenvoudig, maar 6b+ doet de route in mijn ogen ook geen recht. Laat ik het een 6c noemen. Als Frans daarna Deiwel uitklimt in een prachtig solide en beheerste poging, besluit ik met hem mee te verhuizen en de laatste middag te spenderen in Infernale. Voor Deiwel mis ik een stukje krachtuithoudingsvermogen en ik ben vastberaden dit in de overhangen van Arque te gaan trainen. Tijdens een volgend bezoek stap ik er zeker weer in!


Infernale blijkt een aangename verrassing te zijn. Bang voor een technisch monster (verticaal, 26 meter en 7b...) verbaas ik mezelf met mijn eerste poging waarin ik met slechts twee blocks boven kom. Na een prettige inklim volgt een lastige plaat-crux met een paar technische, lange passen. Ik ben net niet lang genoeg om de slechtste grepen over te kunnen slaan en dat maakt het een erg technische passage. Direct erna volgt echter weer een eenvoudig stukje klimmen en een joekel van een rustpositie waar ik met een vuistverklemming bijna volledig in kan herstellen. De laatste meters van Infernale blijken daarna de moeilijkste te zijn. Vanaf een aantal kleine randjes moet ik een enorme pas maken naar een groot drievingergat. Daarin kan ik mijn voeten hoger plaatsen en nog zo'n lange pas maken naar een vergelijkbaar gat, ditmaal net goed voor twee vingers en een stuk slechter te belasten. Ver boven mij zie ik een bandje: daar moet ik naartoe. Nadat ik mijn voeten zo hoog mogelijk heb gezet, mis ik net vijf centimeter om erbij te kunnen. Springen dus... Ik grijp naar heb bandje en blijk niets in handen te hebben en val. In de tweede poging vind ik een beter greepje en ernaast blijkt er nog een te zitten voor de andere hand. Met mijn linkervoet in het tweevingergat waar ik vandaag kwam, kan ik nu de laatste pas maken: een volledige sprong van krap anderhalve meter naar een emmer van een greep. Erboven zit het relais. De sprong blijkt mee te vallen, maar ik vraag me af hoe moeilijk hij is als ik de voorgaande 25 meter zonder blocks zou hebben afgelegd. In mijn tweede poging klim ik de route amper beter dan de eerste en Frans verrast ons allebei door Infernale in zijn derde poging al uit te klimmen. Wat een geweldige beloning voor het compromisloze volhouden dat we deze drie dagen hebben gedaan! Het is inmiddels al laat en ik doe mijn derde poging in Infernale om de setjes er weer uit te halen. Misschien helpt deze ongedwongen mindset me, want ik klim voorbij de plaatcrux naar de rust, herstel daar en haal zonder moeite het eerste gat bovenin de route. De pas naar het tweede gat gaat eveneens goed, maar dan verpruts ik het. Ik zoek tevergeefs naar een manier om de greep beter te belasten ter voorbereiding van de sprong naar het bandje. Het kost me teveel energie en ik val als ik hem uiteindelijk alsnog probeer te maken. Zonder al te lang te wachten sleep ik me er weer naartoe en maak ik de sprong naar het relais. Zo dichtbij en zo onverwacht! Het is te laat om te rusten en herstellen voor nog een poging, maar ik weet zeker dat ik Infernale snel kan uitklimmen. Nog een reden om terug te gaan naar Berdorf!