vrijdag 28 december 2012

De essentie van klimmen

2012 is voorbij. Het klimdoel dat ik mijzelf stelde (7B boulder) heb ik niet gehaald en het doel dat ik daarvoor schrapte haalde ik wel (7c route). Het feit dat ik sinds mei niet meer buiten heb geboulderd, heeft natuurlijk niet geholpen bij het realiseren van mijn doel. Ik hoopte er in de afgelopen maanden nog flink aan te kunnen werken, maar het kwam er niet van, deels door tijdsgebrek vanwege een dubbele baan, deels door de subtiele, winterloze overgang van een natte herfst naar een nat voorjaar. In plaats daarvan probeer ik zo goed en kwaad als het gaat te trainen in Cube, hopend dat ik deze inspanning kan vertalen naar prestaties op de rots zodra ik er weer de kans voor krijg.

"Als het maar moeilijk was. Als het maar veel gekost heeft. Als het maar pijn deed. Als het maar onmogelijk gevoeld heeft en door volharding toch is gelukt." Foto: Michelle Kruize
Ik mag echter niet ontevreden zijn over het afgelopen jaar. In de paar maanden waarin ik geboulderd heb, ben ik de 7e graad in gestoten en heb ik in korte tijd elf 7e graads boulders geklommen. Duidelijker is de progressie nog als ik kijk naar de routes die ik geklommen heb. In het najaar van 2010 klom ik mijn eerste 7a, de enige van dat jaar. 2011 leverde de volgende vier 7a's en drie 7a+'en op. Dat was een kleine teleurstelling, want 7b was het gestelde doel. Ik voelde mijzelf gestrand op een plateau en ben de winter gaan boulderen in het nieuw geopende Cube. Toen ik in mei - na ruim een half jaar geen touw aangeraakt te hebben - door Frans en Koen meegesleept werd naar Berdorf, klom ik daar mijn eerste 7b ('Gincobiloba'). De dag erna klom ik de tweede ('Infernale') en de dag daarna mijn eerste 7c ('Apocalypse'). Het was de aftrap van een sportklimseizoen waarin ik elf maal 7a klom (waarvan twee onsight en twee flash), drie maal 7a+, zes maal 7b, twee maal 7b+ en een 7c. Een totaal van 23 7e graads routes, tegenover acht in de twee voorgaande jaren. Ik werd zo hongerig naar getallen dat het me teleurstelde er geen 7c+ aan toe te kunnen voegen...

Tijd om eens terug te blikken en te relativeren dus! Waarom hecht ik waarde aan een storm van getallen? Wat vertellen ze eigenlijk? De 7c die ik klom voelde makkelijker dan de (voor mij) moeilijkste 7b en de laatste 7a kostte me meer moeite dan de makkelijkste 7b... De discussie over waarderingen en vooral het belang ervan zal de klimgemeenschap waarschijnlijk eeuwig blijven plagen. De tegenstrijdigheid ervan die door veel klimmers ervaren wordt, is intrinsiek en heeft voor velen geen antwoord. Ik zou klimmen en vooral mijzelf tekort doen door de bezigheid te degraderen tot het verzamelen van getallen. En toch voelen ze belangrijk! Het is de meest voor de hand liggende schaal waarop ik mijn niveau kan meten. Maar wat maakt dat relevant? Zijn niveau en plezier gerelateerd? Wordt klimmen leuker naarmate het moeilijker wordt?

Ik heb dit jaar geprobeerd een stevige basis geprobeerd te leggen in de 7e graad door niet op de max, maar vooral veel net eronder te klimmen. Het doen van een redelijk aantal sterk verschillende routes rond de 7b heeft veel duidelijk gemaakt. Het bullebakken door de steile overhangen van 'Daiwel' en 'Gincobiloba' was een feest, maar het kon niet op tegen de voldoening van het uitvoeren van de verfijnde, technische crux van het verticale 'Judd mat Gaardebounen'. Als er een moment is geweest waarop ik mij een betere klimmer voelde, was het tijdens het maken van deze balanspassen op piepkleine grepen en treden, tijdens het gebruiken van de mono die zo klein was dat mijn middelvinger er niet in paste en ik tot mijn grote verbazing de beweging toch kon maken met een halve top van mijn ringvinger. Het was een openbaring dat ik mijn zware, inflexibele lijf door een route als deze kon bewegen!

Een vergelijkbare ervaring was het klimmen van 'Die Hexe'. Het is een combinatie van twee routes die ik ervoor al geklommen heb: 'Banane' en 'Alien'. Ondanks het feit dat 'Die Hexe' een lagere waardering krijgt dan 'Alien', had ik weinig vertrouwen in het project. Waar 'Alien' me met een korte bouldercrux goed lag, zag ik als een berg op tegen 'Die Hexe' dat van begin tot eind op powerendurance aankomt. De gedeelde, overhangende uitklim was na de korte crux van 'Alien' vrij eenvoudig, maar na de verzurende eerste helft van 'Die Hexe' een groot gevecht. Een extra dimensie was de grote afstand tussen de tweede en derde haak, waar zich ook de crux van de route bevindt. De laatste moeilijke pas - een flinke kruispas - zit vlak onder de derde haak en een val vanaf daar is potentieel tot de grond. Het bleek een psychologische drempel op te werpen om voorbij de tweede haak te klimmen: doorgaan vereiste een grote commitment, twijfel betekende het einde van een poging. Pas nadat ik bij gebrek aan commitment uit de kruispas ben gevallen en minder dan een meter boven de grond werd gestopt door mijn Britse zekeraar (beter zijn ze er niet...), durfde ik voluit te gaan en haalde ik volledig op mijn tandvlees de top. Van de diepe, brandende pijn in mijn onderarmen voelde ik niets meer toen Matt mij in een gelukzalig roes weer naar beneden liet zakken.

Het waren niet de routes die passen bij mijn sterke punten die me de meeste voldoening gaven. De euforie was groot toen ik de lange dakboulder klom waar ooit een paar haken in zijn geboord en een 7c route waardering aan is gehangen, maar niet zo groot als bij het klimmen van de twee lager gewaardeerde routes die voor mijn gevoel een belichaming van mijn antistijl waren. Mijzelf verrassen met iets dat ik voor onmogelijk hield, bleek veel meer waard dan het bevestigen van de kracht in mijn schouders en mijn vermogen om door een dak te bullebakken.  Mijn passie voor klimmen is gevestigd op de overwinningen op mijzelf wanneer ik iets doe waarvan ik dacht dat het buiten mijn kunnen lag. Als ik kijk naar waarderingen, is een niveaumeting niet het doel opzich, maar een instrument om op de grens van mijn kunnen te blijven en nieuwe overwinningen af te dwingen, om mij weer even meester van mijn eigen universum te voelen. Of dat in een 7a of een 7c gebeurt, maakt uiteindelijk niet uit. Als het maar moeilijk was. Als het maar veel gekost heeft. Als het maar pijn deed. Als het maar onmogelijk gevoeld heeft en door volharding toch is gelukt.

2012 is voorbij. Het heeft een aantal geweldige momenten gebracht en mijn honger naar meer alleen maar versterkt. Op naar 2013, op naar meer overwinningen, op naar het herontdekken van de grens. Ik heb misschien uitzicht op minder tijd dan ik zou willen hebben, maar de rotsen blijven wel liggen en de kansen om ze op zoeken zullen zich vanzelf weer voordoen. Ik ben er weer klaar voor!