zaterdag 27 april 2013

Deukje

Het lijkt wel een vloek: de meivakantie begint en abrupt zakken de weersvoorspellingen in. Een spontaan besluit om de warme, zonnige donderdagavond ervoor naar het Teutoburger Wald te rijden en daar met Matt af te spreken, was dus snel genomen. Onderweg ernaartoe realiseerde ik me dat ik er al negen maanden niet meer geklommen heb. Hoog tijd dus om weer iets anders te voelen dan de kenmerkende rotsvormen van het Ruhrtal. Omdat het zandsteen in Teuto natuurlijk verweerd is, is de vorm niet te vergelijken met het afgegraven zandsteen in het Ruhrtal: de vormen zijn ronder, diverser en vaak veel subtieler. Het bleek weer flink wennen te zijn!

Na vijf kwartier in mijn eentje geboulderd te hebben op de Siamesische Zwilling (meer dan twee 6B+ traverses kon ik er niet uitklimmen) trof ik Matt bij de Königstein. Vanwege de warme, klamme lucht besloten we routes te klimmen. Het bleef er bij één, en ik klom hem niet uit... Met de routenaam 'Form-indikator' was dat een flinke dis naar mijn vorm op dat moment. Naar mijn mening is de cruxpas (een dynamische kruisbeweging vanaf een klein, raar, ondiep tweevingergreepje zelf al een 6B+/6C boulder, maar desondanks krijgt de route een XIII- waardering, ruwweg 6c+ op de Franse schaal. Pijnlijke ervaring dit... Ik houd het er maar even op dat ik me al leeg heb getrokken tijdens het boulderen ervoor. Desalniettemin zal ik toch snel naar de Königstein terug moeten gaan om dit deukje in mijn ego recht te zetten. Zou mijn routevorm echt zo slecht zijn? In dat geval is er - met een gesteld jaardoel van 8a - werk aan de winkel!

In de crux van Form-indikator (VIII-)

maandag 22 april 2013

Boulders, routes, rotsen en een wedstrijd

Na 222 dagen geen klimgordel of -touw te hebben aangeraakt, is het vandaag zover: de eerste sportklimdag van 2013! De lente lijkt zich eindelijk losgerukt te hebben uit de koude vingers van de langste winter in tijden en met 15 graden en zon rijden Frans en ik naar de oude zandsteengroeve van Isenberg, wederom in het Ruhrtal. Anderhalve week geleden kon ik nog eenmaal het winterse weer benutten en had ik in groot Duits-Nederlands gezelschap een sterke dag in Avalonia. Vijf zevendegraads boulders wist ik weg te drukken, waaronder de felbegeerde eerste 7A flash. Wellicht kreeg ik het benodigde extra beetje motivatie omdat het de laatste 7A in Avalonia was die ik nog niet had aangeraakt... Er waren die dag zoveel mensen en er gebeurde zoveel tegelijk, dat ik besloot niets te filmen. Misschien kon ik daardoor wel zoveel boulders klimmen: ik hoefde ze nu eens niet eindeloos te herhalen om ze uit verschillende hoeken te kunnen filmen.

Vandaag sleep ik naar Isenberg wel een camera mee, ik heb immers net een nieuwe gekocht met de ambitie om de kwaliteit van mijn videos flink te verhogen en meer te laten zien van alle locaties waar het klimmen mij brengt. Met een overdaad aan instellingen en volledig handmatige belichtingsmogelijkheden heb ik nog een hoop te leren. Maar eenmaal in Isenberg aangekomen, blijkt de plek in de verste verte niet te lijken op de veelbelovende foto's die ik er online van heb gezien. De steengroeve is laag, mossig en in het midden van de wand is een groot stuk afgezet, omdat een enorme rotspartij is uitgebroken (een prettig idee ook dat dat hier kan gebeuren). Ik besluit me er daarom niet druk te gaan maken om het maken van filmopnames. Het resultaat is het eerste foto- en videoloze blogbericht in lange tijd... 

Gelukkig zit de boeg met de route die ik hoop te kunnen klimmen er gewoon nog in en ziet de route er interessant uit, ondanks het feit dat hij korter is dan verwacht. 'Dachelkante' is met een waardering van IX- (7b+) de moeilijkste route hier en leidt over een paar kleine greepjes langs de kant van een sterk overhangende boeg: een hoge boulder met drie haken en een eenvoudige uitklim. We warmen op door gauw een makkelijke route te klimmen en daarna direct te gaan voelen in Dachelkante. Frans begint en strandt al op de tweede beweging op de boeg. Mijn eerste poging gaat niet veel beter. Ik hijs me dus op aan een setje en werk eerst de rest van de passen uit. De laatste blijkt een volwaardige sprong te zijn, waarbij ik ver moet overkruisen vanaf een zijgreepje naar een grote platte band. Omdat ik van ver opzij aan kom springen, vlieg ik er net zo hard weer uit. Zonder een positieve greep is er weinig uitzwaai op te vangen... Na wat oefenen lukt het om in de sprong gauw met de tweede hand bij te pakken en zo blijkt de zwaai net te houden te zijn. Als Frans in zijn de volgende poging ook een oplossing vindt voor de eerste pas (geheel on-Frans met een mooi geplaatst hakje!), zijn we klaar voor het trekken van serieuze pogingen. De sprong gaat bij ons allebei nog een aantal keer mis, maar even daarna klimmen we allebei Dachelkante uit. Het routeseizoen is geopend!

Omdat we er nu toch zijn, klimmen we nog de 7a+ die direct naast Dachelkante omhoog gaat. Veel meer dan een bouldercruxje door een dakje is het niet (hard afblokken en een voetverklemming doen trouw hun truc weer goed). We klimmen er allebei verschrikkelijk lelijk doorheen: Frans maakt 100% misbruik van zijn niet geringe lengte en ik 'los het op' met een sprong en een agressieve uitzwaai. We kijken tevergeefs nog eens om ons heen naar iets interessants om te klimmen. De boulders die Isenberg ook zou moeten hebben zijn of helemaal groen en glibberig (en worden dus duidelijk niet vaak geklommen...) of liggen in het deel waar de halve steengroeve naar beneden is gekomen. Met het gevoel veel te weinig gedaan te hebben, rijden we daarom nog even langs Nangijala, dat precies op de route ligt. We blijken daar aanzienlijk vermoeider te zijn dan we dachten en tot overmaat van ramp splijt ik mijn vingertop al in de tweede poging op de kleine, scherpe randjes van mijn openstaande project. Zonder succes druipen we weer af. Maar de eerste routes van het jaar zijn geklommen. Spoedig volgen er meer! En de filmopnames met de nieuwe camera houden jullie te goed, ik zal er binnenkort zeker mee gaan knoeien.

Drie dagen later is mijn gespleten vingertop weer dicht genoeg om te klimmen en stort ik mij in iets heel anders: een wedstrijd. Ik ben geen wedstrijdklimmer, voel me niet sterk op plastic en kan slecht omgaan met de druk van een serieuzer wedstrijdformat. En laat dat serieuzere wedstrijdformat nu net dit jaar doorgevoerd zijn in de Nederlandse bouldercompetitie. De tweede wedstrijd van het jaar is in Cube in Enschede en hanteert het strakke format van acht gejureerde kwalificatieboulders met maximaal vijf pogingen per boulder. Omdat het zo dichtbij huis is, heb ik besloten mezelf in het diepe te gooien en gewoon eens mee te doen. Toen ik het deelnemersveld zag dat zich niet door het format af heeft laten schrikken - klein en vooral erg sterk - begon ik me al achter de oren te krabben. Maar na het nodige twijfelen en zoeken naar excuses om niet te gaan, vind ik mijzelf op de dag van de wedstrijd toch in klimtenue in Cube en wordt opeens het startsignaal van de twee uur durende kwalificatie gegeven.

Twee uur later heb ik door slecht time management slechts de helft van het aantal pogingen waar ik recht op had kunnen gebruiken, heb ik het merendeel ervan door stomme fouten en slordigheid verprutst en heb ik slecht een enkele boulder (van de acht!) kunnen toppen. Voor mijn gevoel heb ik ver onder mijn kunnen gepresteerd en ik ben ervan overtuigd dat ik allerlaatste ben geworden. Dat ik uiteindelijk nog een 23e plek heb behaald en daarmee toch twee man achter me heb gelaten, is dus een (schrale) troost. Leerzaam: ik kan absoluut niet omgaan met de druk om on the spot de knop om te zetten, alles te geven en volledig geconcentreerd geen fouten te maken in de wetenschap dat ik maar vijf pogingen heb en elke poging me bovendien al punten kost. Heel anders dan buiten relaxed een boulder uitwerken, waarbij die focus en inspanning allemaal vanzelf lijken te gaan. Petje af voor de wedstrijdklimmers, het is echt een heel ander soort spelletje! Ik ga binnenkort gauw weer terug naar de rotsen...

maandag 8 april 2013

Drachenrachen

Al een tijdje worstel ik met het idee dat de moeilijkste boulders die ik de afgelopen maanden klom makkelijker zijn dan hun waarderingen suggereren - ook na het afwaarderen dat ik her en der al heb gedaan. Deels heeft dat te maken met het feit dat de zevendegraads boulders in Cube me zwaarder vallen (en ik kan mezelf nog zo vaak vertellen dat binnen en buiten klimmen amper te vergelijken zijn) en deels met het feit dat veel van de moeilijke boulders in het Ruhrtal weinig of geen herhalingen hebben gezien. De waarderingen zijn daarom vaak nog niet bevestigd en dat laat mij voldoende ruimte om ze omlaag te halen als de beklimming niet zo moeilijk voelde. Doe ik mijn prestaties tekort en is mijn niveau wel degelijk gestegen of is mijn twijfel terecht? Niet boeiend als de boulders leuk zijn? Wellicht, maar een beetje belangrijk vind ik het wel om mijn progressie te kunnen meten. Ik train er hard voor...

Hoog tijd dus om weer een keer wat verder te rijden en een aantal bevestigde boulders in het 7B bereik te gaan proberen. Hopelijk doet de gelegenheid zich binnenkort voor. Het beste alternatief dat ik dichterbij heb, is 'Drachenrachen' in de Katla Cave (in het Ruhrtal). Drachenrachen werd op 7 december 2008 geopend door de Duitse 9a-klimmer Daniel Jung. Diverse sterke klimmers herhaalden de boulder en bevestigden de 7B+ waardering. Toen afgelopen najaar een groot blok uit het dak van de Katla Cave brak, werd Drachenrachen moeilijker. Al met al genoeg reden om aan te nemen dat het in ieder geval een solide 7B+ is en een mooie test van mijn kunnen. Een paar weken terug probeerde ik in het gezelschap van Frans en Daniel Pohl al kort de eerste paar bewegingen van de boulder te maken en kon dat toen niet doen...

Drachenrachen is - een beetje kunstmatig - in twee stukken op te delen. De eerste helft draait om een handverklemming en een flinke beweging naar een volledig uitgestrekte positie in het dak. Het vasthouden van de handverklemming (en dat doet pijn...) en het leveren van de benodigde lichaamsspanning zijn hierbij de grootste uitdaging. In de tweede helft van de boulder lanceer je jezelf naar een klein greepje dat je niet kan zien om vervolgens de voeten 180 graden om te zwaaien. Met twee goed geplaatste teenhaken (hard trekken!) zijn de laatste passen het dak uit niet meer de moeilijkste.

Verre passen in Drachenrachen (foto: Erik Lucas)
Toen ik in het Paasweekend met Erik terug was in de Katla Cave (hij beschrijft ons bezoek in geuren en kleuren op zijn eigen blog), besloot ik Drachenrachen weer te proberen. De tweede helft kon ik snel klimmen, maar de eerste helft leverde weer problemen op. Na lang proberen kreeg ik de pas vanaf de handverklemming toch voor elkaar en liep ik onmiddelijk tegen een nieuw probleem aan: vanuit de uitgestrekte houding waarin ik belandde, leek het onmogelijk om de voeten te verplaatsen en in positie te komen voor de lanceerpas waar de tweede helft mee begint. Wat ik ook probeerde, mijn voeten kwamen los en ik schoot door de zwaai met mijn handen uit de grepen. Toen ik eindelijk een manier vond om een voetplaatsing op een aflopend treetje te kunnen belasten, bleek ik al veel te moe te zijn om de lanceerpas er nog uit te persen na de zware eerste bewegingen. Tijd om op te geven en het later weer te proberen... Het restant van de dag kon ik geen deuk meer in een pakje boter klimmen, Drachenrachen had er harder in getikt dan ik dacht. Na een aantal keer te zijn gevallen uit wat een simpele 6A+ zou moeten zijn, kon ik tot mijn eigen verbazing toch nog de korte boulder 'Grafitaux' 6C+ klimmen.

Randjes rukken in Grafitaux (foto: Erik Lucas)
Terug thuis liet Drachenrachen me echter niet los. In mijn hoofd bleef ik de bewegingen doorlopen, hopend alle kleine subtiliteiten niet te vergeten. Toen zich twee dagen later een kans - zonneschijn en een vrije middag - voordeed om terug te gaan, greep ik die dan ook met beide handen aan. Met Cash op de achterbank reed ik terug naar het Ruhrtal met slechts één doel: Drachenrachen klimmen. Het kostte een aantal pogingen om alle losse bewegingen weer te herhalen, tegenvaller. De lanceerpas bleef moeilijk en de handverklemming wou in de eerste pogingen echt niet blijven zitten. Toch kwam er een doorbraak: na een tijdje proberen kon ik de eerste bewegingen doorlinken in de lanceerpas. Plotseling bleek die 'relatief eenvoudige' tweede helft een stuk lastiger te zijn. Vermoeid door de weg ernaartoe, viel ik nog tweemaal volledig uitgeput vlak voor de dakrand. Ik voelde de energie opraken en wist dat de kans op een beklimming rap af begon te nemen...

Dat brengt me op een aspect van projecten waar ik nog volledig ongestructureerd en ondoordacht mee omga: rusten. Er zijn vele variërende voorschriften over het optimaal timen van rustpauzes tussen pogingen, maar allemaal zijn ze het erover eens dat er minimaal enkele (en vaak meer) minuten tussen korte pogingen in moeten zitten. Ik heb er vaak het geduld niet voor en ik hang soms binnen een minuut alweer in de boulder. Dom natuurlijk, maar ik heb er geen klokje bij en wil het dan te graag weer proberen. Met wat zelfbeheersing en een paar simpele 'spelregels' rondom rusten kan ik hierop zeker nog winst behalen. Ditmaal dwong ik mezelf mijn energie te sparen voor een goede poging. Nog eenmaal oefende ik de losse bewegingen en daarna ben ik ruim 20 minuten met Cash in het zonnetje gaan zitten suikerbrood eten. Toch een beetje afgekoeld was de eerste poging erna kansloos. Hij bracht de hartslag en bloedsomloop echter weer op gang en in de volgende poging bijna direct erna klom ik door alle moeilijke passen heen. Op het tandvlees kon ik - draaierig van de inspanning - de laatste passen over de dakrand eraan knopen: het zat erop! Het kostte vijf minuten op de crashpad liggen voordat mijn ademhaling weer enigszins tot rust kwam en langzaam de blijdschap en opluchting door begonnen te dringen. Ik had het gevoel dat ik geen greep meer kon vasthouden en pakte de spullen in om samen met Cash weer terug te wandelen naar de auto en nog even te genieten van de zon.


Zoals ik hierboven al schreef, biedt Drachenrachen een soort van klein referentiekader om de moeilijkheid van mijn recente prestaties in te schatten. Drachenrachen is voor mij zonder meer moeilijker dan alle andere boulders die ik geklommen heb. Ik denk niet dat ik op het moment iets moeilijkers zou kunnen voltooien. En zoals ik al vermoedde, waren twee andere boulders in hetzelfde dak erg vriendelijk voor hun waardering. Als Drachenrachen 7B+ is, is Shelob geen 7B en Black Smoke, White Wings geen 7B+ (al houdt Daniel Pohl vol dat deze laatste voor hem niet makkelijker is dan Drachenrachen, voor mij is er een groot verschil). Het maakt allemaal niet meer uit, ik heb nu met Drachenrachen zonder twijfel een solide 7B+ geklommen. Ik ben inderdaad weer wat gevorderd en een stapje dichter bij mijn 7C doel voor dit jaar!

woensdag 3 april 2013

Vier boulders

Een spontaan besluit om het Paasweekend te verlengen en een zonnige woensdag aan de rotsen van Avalonia door te brengen leverde een aantal mooie beklimmingen op. Terwijl ik de heuvel beklom, schoten vier herten gehaast tussen bomen weg, verder de heuvel op, weg uit de beschutte Buchenschlucht. Het bos was voor mij alleen en voor een moment was ik blij dat ik Cash de hertenjager niet bij me had.

Hoog op de heuvel, aan de rotsen van het Kirschblütental, kon ik me in alle rust concentreren op de lange boulder 'Nikita' 7A+ en de kleine randjes van 'Mamma Mia' 6C+. Het klimmen ging makkelijk vandaag en Mamma Mia lukte zelfs direkt in de flash poging. Een iets makkelijkere variant van Nikita (7A, met een totaal andere uitklim) was ook snel geklommen. Voldaan klom ik om de hoek, in de zon, de verrassende boulder 'Orange Mecanique' 6B en een 6B+ variatie ervan. En net toen ik begon te overpeinzen waar ik mijn crashpad vervolgens naartoe wilde slepen, kwam Daniel Pohl de heuvel af wandelen.

In zijn gezelschap ben ik weer naar de Katla Cave gelopen - het lijkt een onvermijdelijke tussenstop bij elk bezoek aan Avalonia - waar hij mij een nieuwe boulder toonde die hij de dag ervoor geopend had. Tijdens het vorige bezoek bekeken we de lijn al samen en leek het ons verschrikkelijk moeilijk vanwege een erg klein greepje waar een flinke pas naartoe en een flinke pas vandaan gemaakt moeten worden. Het bleek echter reuze mee te vallen: met een slimme voetverklemming is het te doen. Wat een wonderlijk gevoel toen ik voor het eerst aan het kleine greepje in het horizontale dak kon blijven hangen!  7B, aldus Daniel en hij gaf de boulder de verschrikkelijke naam 'Kankra' (het is de naam die de reuzespin Shelob in de Duitse vertaling van Lord of the Rings krijgt; 'Shelob' is ook de naam van de 7B boulder waar Kankra de begin- en eindgreep mee deelt). Maar waar Shelob nog erg makkelijk voelde voor 7B, deed Kankra deze waardering voor mijn gevoel al veel meer recht. Dankzij de tips van Daniel wist ik hem met mijn laatste energie toch nog te klimmen. Daniel herhaalde zijn boulder voor de video nog een keer, met gemak.

In de onderstaande video zijn vier van de zes boulders die ik klom te zien. De variaties op Nikita en Orange Mecanique heb ik eruit gelaten: teveel van hetzelfde. Het moet natuurlijk niet saai worden!