woensdag 18 september 2013

Dichter bij 8a...

Wat een hectiek, zo'n nieuwe baan en wat vliegt de tijd! Weken vlogen voorbij zonder dat ik hier geschreven heb. En dat terwijl er zeker weer wat te vertellen is. Voor het einde van de vakantie heb ik een lang weekend met Frans in de Vogezen (Frankrijk) doorgebracht. Het heuvelachtige natuurpark ligt vol met kleine, rode zandsteen rotsen. Omdat ze overwegend overhangend zijn en niet bijzonder rijk voorzien van structuur, is de concentratie moeilijke routes er opvallend hoog. Het zandsteen bleek erg grof te zijn, een aanslag op de huid. Al na een dag had ik roze vingertoppen en zat ik op het laatste laagje vel. Regelmatig lopen er conglomeraatbanden door de rotsen: een soort cementlagen stampensvol met kiezels van allerlei maten. Wolgang Güllich omschreef het ooit als 'senkrechten Kartoffelacker' (het ging in dit geval om het vergelijkbare Nideggen). Kort samengevat ben ik er geen fan van. Bij warm weer (en dat was het...) verliezen de kiezels al hun wrijving en als ik - met de voeten staand op twee gladde kiezels, met de handen knijpend in twee andere - me continu afvraag welke van de contactpunten het eerste onverwacht los zal schieten, klim ik niet fijn.

Maar de Grotte du Brotsch - een parel van de Vogezen - was min of meer vrij van kiezels en overtrof alle verwachtingen: groots, rood, steil, spectaculair en prachtig gelegen in de bossen. Ik was vanaf het eerste moment betoverd. Door de grot lopen drie routes met de magische 8a waardering. Twee ervan staan te boek als soft voor de graad. Ik hoefde niet lang te kijken om te zien welke me beter zou liggen: 'Traité de déversification' heeft de moeilijkste meters aan het begin zitten, met relatief goede grepen en vooral grote, atletische power-bewegingen. Nog nooit eerder ben ik in een 8a gestapt en ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Ook een softe 8a is een 8a en daarmee flink moeilijker dan de gemiddelde 7c+, laat staan 7c (mijn moeilijkste tot nu toe)... Dat ik aan het einde van de eerste dag alle bewegingen heb kunnen maken, was dan ook een verrassing! Plotseling beschouwde ik de route als mogelijk en werd 8a een concreet, haalbaar doel. Het leek altijd mijlenver weg, maar was nu opeens tastbaar dichtbij...

Op dag twee lukte het me om de route in twee stukken te klimmen, met een rust voor de crux. Het is een ongeschreven, maar welbekende klimwet: een route klimmen met een enkele block is de onbetwiste voorbode van succes. Of dat nog twee of tweehonderd pogingen kost, wordt helaas niet voorspeld. Het is daarom de doorbraak in de mentaal zwaarste fase van een project: de redpoint-druk sluipt erin. Door het gevoel de route te kunnen klimmen ligt frustratie op de loer en het idee van naderend succes schept verwachtingen en spanning die de voor succes benodigde flow blokkeren. Ik ben normaal vrij gevoelig voor dit mentale spelletje en raak vlot gefrustreerd. Gek genoeg gebeurde dat met deze route niet. Op dag drie boekte ik minimale vooruitgang: ik kon de zware clip voor de crux en de crux zelf achter elkaar uitvoeren. Toch was ik weer tevreden en gemotiveerd voor de volgende dag. Op dag vier lukte het om door te klimmen tot halverwege de crux. Nog twee bewegingen tot makkelijker terrein!

Dag vijf was de laatste dag. Tot dan toe heb ik elke dag zo'n drie pogingen in Traité de déversification gedaan en daarnaast andere, makkelijkere routes geklommen. Op de laatste dag regende het pijpestelen.  Het was zo erg, dat Frans om 9 uur naast de tent stond - 2 uur eerder dan normaal - en we met benzinebrander, koffiekan en al van de camping gevlucht zijn om in de Grotte du Brotsch te ontbijten. Geen optimale condities om mijn moeilijkste beklimming ooit te doen... Toch leek het onder de overhangen redelijk droog. Om op te warmen klommen we 'Heliotrope', een boulderachtige 7b waar ik een paar dagen eerder uitgejaagd werd door een ontstemde vleermuis. Een dag terug hingen we hem opnieuw uit en was de vleermuis verhuisd, maar lukte de route nog niet. Nu wel, ondanks de regen. Dat bood hoop en ik besloot nog een keer vol gas te geven in Traité de déversification. Het fysieke begin - ongeveer 6C boulder - gaat soepel, de zware clip voor de crux lukte snel en ik voelde nog energie voor de crux zelf (ongeveer 7A/7A+ boulder). De eerste grote pas lukte, de vier voetverplaatsingen erna ook. Maar toen ik daarna de heftige afblokpas moest maken, voelde ik mezelf door de spieren in mijn schouder heenzakken, alsof ze een schok van prikkeldraad kregen. Het scherpe was er na vier dagen klimmen af en de maximaalkracht die ik hier nog op moest hoesten, was op. Eigenwijs probeerde ik het een uur later nog een keer, maar strandde weer op dezelfde pas. Er zat niets anders op dan de setjes uit de route halen: we moesten weer naar huis.

Hoewel ik de route niet geklommen heb, was het proberen van Traité de déversification een grote mentale stap. Nooit eerder kwam het in me op om 8a te proberen. Veel te moeilijk, een lange-termijn doel. Nu heb ik het geprobeerd, heb ik gevoeld dat het haalbaar was en ben ik gaan geloven in de mogelijkheid om de route binnen korte tijd uit te gaan klimmen. Dat het niet gebeurd is, maakt niet uit. Hoe dichtbij ik ben gekomen, overtreft al mijn verwachtingen al. De volgende keer dat ik erheen zal gaan - en dat gaat gebeuren, de gedachte laat me niet meer los - zal dat anders zijn. Ik weet dan dat ik de route moet kunnen klimmen en zal dan van mezelf verwachten dat ik het doe. Of ik mijzelf daarmee blokkeer, of juist door het magische 8a-plafond heen duw, zal de tijd leren...

vrijdag 9 augustus 2013

Terug!

Ik heb mijzelf weer een beetje terug gevonden! Het keerpunt was een bezoek aan de Ith op een bloedhete dag. Door het weer waren de verwachtingen laag, maar ik kon de verleiding niet weerstaan om even langs het blok 'Heulboje' in Holzen te gaan en een poging te wagen in 'Geheime Liebe', de moeilijkere uitklim van 'Geheime Blitzaktion' die ik er de vorige keer klom. Geheime Blitzaktion heeft een duidelijke, moeilijke crux in de onderste helft en is daarna technisch, maar makkelijk. Geheime Liebe daarentegen klimt dezelfde crux, maar plakt daar dan een tweede lastige sectie bij aan waar veel lichaamsspanning en (vinger)kracht voor nodig is. Hoewel volgens sommigen de eerste crux duidelijk de hardste blijft, had ik nog vijf pogingen nodig, waarin ik over het algemeen eenvoudig door de eerste crux kwam, maar strandde in de tweede. Voor mij voelt Geheime Liebe daarom zeker een plus moeilijker dan Geheime Blitzaktion en dat rechtvaardigt het voor mij om (net als de opener van de route, Arne Grage) de Duitse 9-/9 waardering te vertalen naar 7c. De opluchting was groot toen ik hem ondanks het warme, klamme weer uitklom: eindelijk, na 14 maanden, weer een 7c. De vloek is doorbroken!

In 'Geheime Liebe' (9-/9). Links de crux van 'Geheime Blitzaktion', rechts vanaf een ondergreepje ver doorgrijpen naar een klein kommetje in de lastige uitklim die 'Geheime Liebe' eraan toevoegt.
Ontspannen gaan Matt en ik daarna naar Brunkensen, waar Matt beloofd heeft een aantal verkochte t-shirts af te leveren aan Jona. We treffen er een koele beek waar Cash en Vienna dankbaar in duiken om af te koelen. Zelf gebruiken we de gelegenheid ook maar even om met de voeten in de koude stroom te gaan staan. Het klimmen gaat lekker erna. Ik kan zonder moeite een 7a flashen en we voelen even in de technische 7b+ waarin Jona aan het werk is. Die voelt goed te doen, maar de vrienden van Jona staan ervoor in de rij en we laten hem voor wat het is. Daar gaan we nog een keer voor terug!

Dat de opleving van klimniveau niet eenmalig is, blijkt als Koen me meevraagt naar Berdorf. Ik wil de kans om mijzelf nog eens met een 7c te meten niet laten lopen en ga mee. Op de eerste dag klim ik in de tweede poging 'Undercover Angel' al uit. Het voelt solide en beheerst. Koen werkt in 'Hermann Buhl' 8a+ om de moeilijke passen erin te slijten. In de loop van het weekend boekt hij een mooi stuk vooruitgang. Aan het eind van de zondag zijn we er allebei van overtuigd dat hij hem kan klimmen en dat het puur nog een kwestie van tijd, verfijnen en pogingen trekken is. Het hele weekend is de sfeer ontspannen en ongedwongen en klimmen we vooral waar we op dat moment zin in hebben. Een mooie waslijst van tot nu toe ongeklommen routes - vooral in de zesde graad - is de beloning, naast een bijzonder voldaan gevoel natuurlijk. Een paar bewegende beelden van de moeilijkere routes zijn verwerkt in het onderstaande filmpje. Het filmen van sportklimmen is lastig zonder derde man en meer dan een statisch beeld vanaf een statief op de grond zit er dan helaas niet in. Een leuk doel voor de toekomst is om eens te proberen ook een sportklimroute mooi vast te leggen!



Als ik minder dan een week later met Erik in de Ith de route '3 Tage Juist' 9- (7b+) in de tweede poging uitklim (in de flash poging klim ik door de crux heen!), weet ik het zeker: ik ben weer terug en voel me sterker dan vorig jaar. Is het tijd om weer te proberen het stapje omhoog te maken en een plusje dichter bij 8a te komen?

maandag 22 juli 2013

No Rest for the Obsessed!

De laatste sessie in het Pliseetal was een ware aanfluiting: de 6c+ 'No Hand Rest' lukte tot drie maal toe niet. Het had vooral met mentale zwakte te maken: bij het minst of geringste gaf ik op. Motivatie en vechtlust om door te klimmen kon ik niet vinden. Als het aan het tropische weer lag, zal het vandaag niet beter gaan. Het is misschien nog wel warmer... Desalniettemin zijn Erik en ik vol goede moed naar het Teutoburgerwald gereden voor nog een avondje in het Pliseetal. We willen opwarmen in wat een makkelijke 5c moet zijn, maar Erik stapt in de verkeerde route en we beginnen met een pittige 6a+ met een bouldercrux op kleine randjes direct onderin en een enge mantelbeweging - natuurlijk een stuk boven de laatste haak - verderop. Eenmaal terug op de grond vinden we onszelf opgewarmd en stap ik No Hand Rest weer in. In tegenstelling tot de andere routes onder het grote dak van sector 'Monster' is ook het lagere deel van de route lastig. De technische crux zit al halverwege met een paar grote bewegingen aan kleine greepjes, waarbij de juiste voetplaatsing cruciaal zijn. Hij gaat soepel vandaag. Even uitschudden en daarna zet ik aan om over de zijkant van het grote dak te mantelen. Klaar! Was dat nou zo moeilijk de vorige keer?

Aangemoedigd door dit succes probeer ik samen met Erik 'No Rest for the Wicked' te klimmen. Het is een variatie op No Hand Rest die na de technische crux daarvan niet via de zijkant van het dak 'ontsnapt', maar er recht doorheen gaat om tot slot over een ronde buik het dak uit te klimmen (altijd lastig, omdat je je voeten en treden niet meer kan zien als je om zo'n buik heen gevouwen staat). Matt opende de route een paar weken geleden en suggereerde 7a/7a+ als waardering. In Teuto is dat over het algemeen niet makkelijk en het pofverbod helpt daarbij niet. In de eerste poging lukt de route me dan ook niet. De (voor Teuto) lange aaneenschakeling van moeilijke beweging op vooral ronde grepen blijkt niet geheel onverwacht flink verzurend te zijn en het zoeken naar de juiste grepen en bewegingen kost me de kop. Poging twee gaat echter onverwacht goed en ik klim No Rest for the Wicked al uit. Erik doet vlak voor mij hetzelfde en voelt daarna nog even voorzichtig in de knetterharde combinatie 'Stamina' die diagonaal door het volledige dak heen gaat, ook weer vanuit de crux van No Hand Rest. Het lijkt erg moeilijk, onmogelijk haast bij deze hoge temperaturen en omdat het alweer donker begint te worden, laten we het erbij. Ik ben dik tevreden, de zwakke vorige sessie is vandaag mooi rechtgezet!

Een andere tropische avond neem ik de honden nog een keer mee boulderen. Echt moeilijk boulderen wil met de hitte niet, maar het is heerlijk om een avond buiten te zijn en rots te voelen. Waarom zou ik nu in hemelsnaam plastic gaan trekken in een minstens zo warme, stoffige hal? Ik heb er een klein filmpje van gemaakt:

vrijdag 12 juli 2013

Meer genieten!

Het weer is eindelijk zomers geworden! Hoewel dat ook betekent dat het eigenlijk te warm is om echt moeilijke dingen te klimmen, is op zijn minst de rots droog. Een avondje met Erik in het Pliseetal in Teuto bleek echter een absoluut dieptepunt te worden, waarin ik een 6c+ in drie pogingen niet uit wist te klimmen. Hoewel ik daarbij veel last had van de combinatie van zweethanden en het pofverbod dat in Teuto geldt, merkte ik ook dat ik mentaal zwakker dan ooit was. Als het even tegenzat en ik en bijvoorbeeld ontdekte een verkeerde voetplaatsing te hebben, gaf ik de poging direct op. Dat moet natuurlijk anders! Gauw nog een keer terug dus om dit recht te zetten...


Om ook weer eens mentaal ongecompliceerd en met pof te klimmen, ben ik ook nog een keer de grens over gereden om even te boulderen. Een beetje maximaalinspanning zal me daarnaast ongetwijfeld goed doen, ik heb dat de laatste tijd te weinig gedaan. Het was heerlijk! Omdat ik me weer mee heb laten slepen in het routeklimmen, ben ik al lang niet meer alleen wezen boulderen. Grappig hoe ik me er niet van bewust kan zijn dat ik iets mist, tot ik het weer doe. Bij deze spreek ik dus het voornemen uit om ook af en toe lekker alleen met de honden naar de rotsen te rijden en even helemaal tot rust te komen en ongecompliceerd te geniet van het tussen de rotsen zijn. Bovendien heb ik dan weer de kans om met de camera te spelen en kan ik hier nog eens een plaatje posten. Een video volgt!



donderdag 11 juli 2013

Een slappe zomer?

De dagen verstrijken en worden langzaam weken. De zomermaanden zullen vooral in het teken staan van werken en het afronden van mijn promotie en ik zal moeten accepteren dat mijn niveau daardoor even wat lager ligt dan ik zou willen. Maar tussen de bedrijven door probeer ik in bescheiden vorm toch mijn rotsmeters te maken. Lange trips zitten er niet in en daarom zal ik me tevreden moeten stellen met de rotsen dichtbij huis. Vanwege de tegenvallende vorm zet ik ook minder in op moeilijke projecten op de grens van mijn kunnen. Liever maak ik wat meters in iets makkelijkere routes. Het is leuker om regelmatig nog iets uit te klimmen... In de afgelopen paar weken ben ik zo nog twee keer in het Teutoburger Wald geweest en een keer in de Hallelujahsteinbruch in Bielefeld, ditmaal zonder een oehoe die roet in het eten gooit.

Teutoburger Wald 1
Het is een warme (boven de 30 graden), klamme dag, maar Erik overtuigt me om toch een avondje weg te gaan. 'In Thailand is het warmer,' is zijn argument. Wat kan ik daar nog tegenin brengen? Op de Königstein klim ik de laatste paar routes die ik er nog niet heb gedaan. De fraaie 6a+ 'K.M.' en 6b 'Eisberg' lijken erg op elkaar en zijn bovenal erg Duits: spannend afgezekerd met de eerste haak net te hoog, griezelige passen ruim boven de haken en een flinke runout op de afsluitende plaat (met grounder potential in K.M.). Het zijn zeker geen aanraders al 6b ook je maximale niveau is... De laatste route, 'Gaukler' 7a, is gelukkig beter behaakt, met uitzondering van de tweede haak: veel te ver boven de eerste en een val net eronder zal zonder meer op de grond eindigen. Ik hang daarom vanaf boven (tijdens het afdalen van Eisberg) een flink verlengd setje erin en benut de kans meteen om alle verborgen grepen over de dakrand en op de plaat te vinden en te poetsen. Erik en ik kunnen de route daardoor allebei flash klimmen, een mooie prestatie in dergelijk tropisch weer! Een bezoek aan sector Schinder om daar Alien nog eens te proberen is echter veel te hoog gegrepen: de rots voelt door de warme, zwoele lucht zo klam dat ik de cruxpas niet eens kan maken...

Teutoburger Wald 2
Om Alien even los te laten en in plaats daarvan iets nieuws te klimmen, ga ik met Matt naar het Plisseetal, waar net een aantal nieuwe haken zijn geplaatst om een paar moeilijke, nieuwe lijnen (vooral variaties op bestaande routes) beklimbaar te maken. Eerst klim ik een route die ik een paar jaar terug geprobeerd heb, maar toen niet kon klimmen: 'Sleeper in Metropolis' 6c+. Het is een plaat die relatief makkelijk, maar door een slechte afzekering spannend begint en daarna in het steilste (net niet verticale) deel een moeilijke crux heeft. Er zijn geen grepen: via een paar voetbewegingen op piepkleine, aflopende treden is de enige weg omhoog. Een les in staan dus... In de eerste poging loop ik muurvast, omdat ik niet voldoende op mijn voeten durf te vertrouwen. In de tweede poging klim ik erdoor. Tijd voor één van de nieuwe routes: een directe inklim van Sleeper in Metropolis. Een 6B+ boulder leidt naar de rand van de plaat. Door de kleine treetje als grepen te gebruiken, kan je erop werken en beland je direct ik de crux van Sleeper in Metropolis. Een leuk, divers geheel dat goed is voor ongeveer 7a+. Ik mis de eerste twee bewegingen een paar keer, maar klim de route daarna in één keer uit. We sluiten de avond af op het korte vertical wandje dat direct achter de plaat verstopt ligt. Een nieuwe route midden door de wand heen ziet er onmogelijk uit: slechte onder- en zijgrepen en geen zichtbare treden. De 7a die na 2 meter van deze lijn geklommen te hebben rechtsaf 'ontsnapt' ziet er vriendelijker uit. De treden zijn echter klein en groen en glibberig van het mos. Schoonpoetsen levert geen zichtbaar resultaat op. De traverse naar rechts wordt er een stuk spannender van en het uitstekende blok dat precies in de valzone staat helpt daarbij niet. Na twee niet geheel ongevaarlijke vallen van de gladde treden die dankzij goed zekerwerk van Matt goed aflopen ben ik het zat. Ik boulder de route wel een keer als ik een crashpad bij me heb! In het vallende duister lopen we terug naar onze auto's.

Hallelujahsteinbruch
Nog een keer met Matt op pad, nu naar de Hallelujahsteinbruch. De vorige keer dat we hierheen reden, hebben we geen rots aangeraakt omdat de steengroeve geclaimd bleek te zijn door een broedende oehoe. Volgens onze 'berekeningen' zou hij nu ruimschoots weg moeten zijn, maar het blijft een beetje spannend: in Duitsland weet je het maar nooit. De zon schijnt en staat vol op de rotsen, dus ik laat de sterk wrijvingsafhankelijke toproute van het gebied, 'Edelweiss' 7b+, voor wat het is. Na snel opwarmen in een 6a met een voor die graad toch best pittige crux probeer ik daarom op 'Hallelujah' 7b+/7c. Onderin zit een bikkelharde, verre cruxpas vanaf een ondergreep die ik niet kan maken. Na een tijdje aanklooien begint mijn pols pijn te doen en vlucht ik naar makkelijker routes. 'Fraktur' 7a, een heuze one-move-wonder, lukt in de tweede poging en met veel moeite weet ik daarna nog de veel moeilijker voelende 6c 'Power Finger' te klimmen. De naam heeft vast te maken met de foeilelijk geboorde mono die erin zit, maar die blijk ik met een dynamische pas over te kunnen slaan. De crux zit er direct na, via slechte slopers over een buikje heen. Volgens onze topo begint de route vanaf een band die op zo'n 5 meter hoogte zit. Heel raar, want je kan er zo'n 20 meter verder pas opklimmen en breed is hij zeker niet. We besluiten het ding dus gewoon maar vanaf de grond te klimmen. Jammer dat daar geen haken in zitten. Extra jammer als ik bij de band aankom en er geen greep te vinden is waaraan ik me erop kan hijsen. Er zit niets anders op dan 'echt' te mantelen op het smalle (30 cm?) bandje en met 5 meter lucht onder me vind ik dat best een beetje spannend. Opgelucht clip ik de eerste haak. Ik blijk de inklim nog een keer te moeten doen nadat de ik herhaaldelijk gefrustreerd uit de crux ben komen vliegen. Ditmaal wordt het wel beloond. Ik verlaat de Hallelujahsteinbruch met een goed gevoel: hier ga ik nog wel een paar keer vaker komen. Hoewel het klein is, de rotsen vrij laag zijn, de waarderingen hard lijken en het er op zonnige dagen eigenlijk meteen te warm is, zien een paar van de moeilijke lijnen (Edelweiss in het bijzonder) er goed uit en lonken ze om geprobeerd te worden.

vrijdag 14 juni 2013

De 7c vloek

Mijn geduld wordt stevig op de proef gesteld in mijn pogingen om weer een 7c te klimmen. Ruim een jaar terug klom ik in Berdorf met 'Apocalypse' mijn enige tot nu toe. Een nuancering daarbij is dat die route voor mijn gevoel meer een 7b+ is dan een 7c, zeker nu ik er een aantal serieus heb geprobeerd te klimmen. Nadat 'Geheime Liebe' in de Ith twee keer net niet lukte (gevallen op laatste, niet supermoeilijke pas), voegde ik er in de afgelopen weken nog drie aan toe...

Berdorf
Bijna negen maanden na het laatste weekendje Berdorf begin ik het na een winter lang boulderen te missen. Als Frans de laatste hand aan zijn thesis heeft gelegd, laten we er dan ook geen gras over groeien en karren we erheen. De verwachtingen zijn laag: Frans is leeg van het uitputtende schrijfproces, ik ben vermoeid door de hoge druk van mijn eigen werk. Al zouden we enkel op zaterdagavond traditiegetrouw een 'große Calzone auf Stein' eten en verder uit elke route komen vallen, teleurstelling is uitgesloten. 

Na drie opwarmers zoeken we toch wat moeilijks op. Ik heb mijn oog laten vallen op 'Hypertonus' 7b, een combinatie die na de boulderachtige inklim van 'Sisyphe' 8a+ in het dak van 'Parapluie' 7a traverseert. Hoewel er nergens een echt moeilijke pas in zit, blijkt het geheel nog verrassend verzurend te zijn. Na het uitwerken van het begin trek ik een poging en tot mijn eigen verbazing strand ik pas op de laatste lastige beweging over dakrand van Parapluie, omdat ik niet zie waar ik heen moet en te vermoeid ben om nog te kunnen blijven hangen en zoeken. Ik had dus toch het dakje even moeten uitwerken... Het is al twee jaar terug dat ik de route klom (toen mijn tweede 7a) en ik blijk veel vergeten te zijn. De pogingen die volgen, gaan slechter en ik kom niet weer op hetzelfde punt. Als ik de volgende dag de route zonder veel moeite in de eerste poging klim, is het duidelijk dat ik dus - alweer - teveel pogingen in te korte tijd heb proberen te trekken.

Frans - die de eerste dag gebruikt heeft om eerst Parapluie maar weer eens te herhalen - stort zich tijdens de tweede dag ook op Hypertonus. In zijn laatste poging (eigenlijk niet zo toevallig als je er even over nadenkt...) klimt hij hem ook uit. In de tussentijd heb ik een verlenging uitgewerkt die er een extra stukje verzurend overhangklimmen voor plakt: 'Crosstown Traffic' 7c. De bewegingen gaan allemaal vrij makkelijk, maar als ik vervolgens probeer het hele ding door te linken, merk ik al vrij snel dat het scherpe er bij mij al af is en ik er de energie niet voor over heb. Projectje voor een andere keer dus, zeer zeker goed te doen! In plaats van nog een vermoeiende poging te doen, stap ik in 'Undercover Angel' 7c, een boulderachtige route die al vaak mijn aandacht getrokken heeft. Na wat puzzelen en stoeien heb ik alle bewegingen gemaakt en ben ik boven. Wat een fantastisch ding! Een serieuze poging zit er niet in, maar de eerst volgende keer dat ik terug ben, staat Undercover Angel bovenaan de to-do lijst. Voordat we vertrekken, komen twee locals langs om Sisyphe te bekijken. Ze vertellen dat zo'n twee weken terug een cruciaal randje uit de crux is gebroken. Of de route nog klimbaar is, moet dus weer blijken... Makkelijker zal hij niet geworden zijn. Is mijn droomproject misschien niet meer?

Teruggaan gebeurt sneller dan verwacht, het volgende weekend al. Michelle, Esther en de honden komen ditmaal mee om te wandelen in het prachtige Müllertal. Het is meteen een prima gelegenheid om onze nieuwe megatent te testen. Zaterdag begint zonnig en Frans en ik warmen kort op, voordat we ons richting Undercover Angel begeven. Het uithangen van de setjes gaat moeizaam. Na een aantal meters overhang klimmen volgt de eerste crux en het kost mij heel wat pogingen om er weer doorheen te komen. Frans geeft na een paar pogingen al op en richt zich in plaats daarvan op Crosstown Traffic, aanzienlijk minder moeilijk in de bewegingen, maar meer continu. Als ik uiteindelijk toch op het kleine balkonnetje halverwege Undercover Angel beland (erop komen is de crux), lukt de rest van de route vrij eenvoudig. De dyno vanaf het balkon (meer eng dan moeilijk) lukt direct en de krachtige, boulderachtige passen door de overhang erna gaan ook goed.

Maar als het tegen het einde van de middag gaat onweren, hebben Frans en ik allebei onze route nog niet geklommen. Zondag is Berdorf verlaten, er is - behalve Frans en ik - geen klimmer te vinden. Jammer dat het er wel bij regent... Dat blijft het de hele dag doen en de routes worden klammer en klammer. Een grote greep onderin Uncercover Angel - net voor de crux - is zelfs zijknat en de crux blijkt met klamme grepen en natte handen bijna onmogelijk om te doen. Teleurgesteld halen we onze routes leeg en keren we vroeger dan ooit terug naar Nederland.

Teuto
Vorig jaar klom ik met 'Alien' Teuto's moeilijkste bekende route (er zijn enkele combinaties, variaties en verboden routes die even moeilijk of moeilijker zijn) en op deze blog bracht ik al even de bestaande discussie op over de waardering van de route: volgens sommigen een 7c (Duitse 9) die moeilijk voor de graad is, volgens anderen een 7b+ (Duitse 9-). Ik gaf de route vorig jaar een 7b+, maar klom daarbij via de linker zijkant van de wand naar de crux. Dit ligt enigszins buiten de hakenlijn en een directe inklim strak over de hakenlijn is beduidend moeilijker. Mijn vermoeden is dat de onenigheid over de waardering van Alien vooral gerelateerd is aan de definitie van de route die men hanteert. Via de linker zijkant bestaat de moeilijkheid van de route uit twee knetterharde passen met een goede rust ervoor. Een directe inklim voegt een aantal moeilijkere passen toe die - nu zonder rust - naar de crux leiden.

Hoewel in mijn topo geen definitie staat vermeld, staat in de oudere topo expliciet 'direkt über Hakenlinie' vermeld. Teuto local Andreas (die veel moeilijks geklommen heeft en over het algemeen strak en laag waardeert) schrijft in een discussie in een Duitse database verder dat Alien zonder de linker zijkant 'ein glatter Neuner' is. Mijn gok is dat klimmers die een moeilijke 7c claimen de directe inklim hebben geprobeerd en dat klimmers die 7b+ claimen net zoals ik vorig jaar langs de linker zijkant zijn geklommen. Hoog tijd om het zelf maar eens te gaan vergelijken dus! Dat doe ik samen met Erik, die - na een aantal jaren amper rotsen aangeraakte te hebben - graag weer eens iets echt moeilijks wil voelen. We klimmen warm (en vermoeid...) op de Königstein, waar ik weer twee toffe variaties rond 7a+ aan mijn lijst van beklimmingen toe weet te voegen.

We begeven ons naar Alien en bekijken hoe een directe variant gedefinieerd zou moeten zijn. Ter hoogte van de derde haak ontspringt uit de linker zijkant nog een horizontale barst met wat greepjes. Omdat ook deze duidelijk buiten de hakenlijn ligt en met wat fantasie deel uitmaakt van de zijkant, elimineren we deze uit de route. Via twee grote sloper gaten moet je dan de crux inklimmen. Een klein zijgreepje net linksboven zo'n gat hoort voor mijn gevoel wel bij deze lijn, Erik gaat echter zo ver dat hij ook deze nog elimineert en in plaats daarvan kiest hij ervoor een slechter randje rechts van de beide gaten te gebruiken. De oplossing lijkt wat moeilijker, maar voelt voor hem puurder. De passen erna blijven in beide gevallen echter duidelijk de crux: hoog opkomen in een ondergreep (erg krachtig) en een klein rotrandje vastpakken met rechts. In deze positie moeten de voeten omhoog naar treden die eigenlijk net op de verkeerde plek zitten om de noodzakelijke sprong te maken en over te kruizen naar een dikke bak, die toch wel erg ver weg zit. Na wat prutsen kunnen we allebei de bewegingen maken, maar we klimmen de route allebei niet meer uit.

Een tweede sessie - drie dagen later - wordt voor mij een ramp. Erik klimt Alien in zijn eerst poging uit en kan in de crux met zijn sterke vingers en lange lijf zo ver doortrekken aan het kleine greepje dat hij de kruispas bijna statisch kan maken. Ik mis die vingerkracht en moet voldynamisch gaan. Ik val. En ik val weer. Tot overmaat van ramp verlies ik de focus en verpruts ik de inklim een aantal keer. Ik verkramp bij het inklippen van het setje vlak voor de crux, bang voor de val. Met links heb ik een sloper vast waarin ik hoog op moet komen om te klippen. Ik voel de hand langzaam glijden en de wetenschap dat ik op het moment van klippen genoeg touw uitneem om een val tot de grond te kunnen maken, blokkeert me. Mijn linkerarm is al volgelopen voordat ik aan de crux begin... Als de focus weer terugkeert en de bewegingen (en het klippen) weer strak en snel lopen, is het stukje pure kracht dat nodig is voor de crux op en kom ik er niet meer doorheen. 

Na twee sessies is Alien direkt nog steeds een project. Wat betreft de waardering: moeilijk is het zeker... Vergeleken met Undercover Angel, Crosstown Traffic en Geheime Liebe kan het zeker een 7c zijn. Crosstown Traffic en Geheime Liebe zijn zonder meer makkelijker, Undercover Angel is wellicht een tandje moeilijker, al is de cruxpas van Alien de lastigste. Wat ze alle vier gemeen hebben, is dat ik ze niet heb kunnen uitklimmen en moest afdruipen met het gevoel dat dat in iedere poging had kunnen (moeten?) gebeuren. 7c is moeilijk en mijn tweede 7c laat nog even op zich wachten. De wetenschap dat er vier zijn binnen een paar uur rijden die ik goed heb uitgewerkt, goed binnen de mogelijkheden liggen en in principe in de eerste poging al kunnen lukken doet mijn vingers jeuken...

zondag 26 mei 2013

Blitse aktie, maar geen geheime liefde...

Van nachtvorst in begin mei, zijn we naar vooral regen in de rest van de maand gegaan... Misschien helemaal wel niet verkeerd, gezien de beperkte tijd die ik heb. De kansen die zich voordoen, pak ik in ieder geval. Zo was afgelopen zondag droog voorspeld en ben ik met Matt naar de Ith gereden om weer eens op kalksteen te klimmen. Ondanks een waarschuwing van local Olli dat vooral de pockets waarschijnlijk te klam zouden zijn om echt iets moeilijks te klimmen, waagden we het erop en gingen we naar 'Heulboje' (Duits voor brulboei, zeer toepasselijk), een vrij klein, overhangend wandje vol knetterharde routes. Perfect voor een boulderaar zonder duur!

Het was inderdaad een beetje klam, maar zeker niet onklimbaar. De dag leverde één van mijn beste klimprestaties tot nu toe op: het flashen van de Ith klassieker 'Geheime Blitzaktion' 9- (7b+). De route is net zo oud als ik en één van de eerste routes in deze graad in Noord Duitsland. Na een fysieke, stijle start (ongeveer een 6C/6C+ boulder met een knijpgreep, een fantastische hak en een raar rotgreepje ergens tussen een knijper, een pocket, een randje en een slopertje in) volgt een balanserige, maar niet zo moeilijke uitklim (5C boulder). Twee maal viel ik daarna nog uit een direkte uitklim (een fysiekere 6B boulder in plaats van de subtielere 5C), op de allerlaatste pas. Ik kan de pas zelf eenvoudig maken, maar het aan elkaar rijgen van het geheel - 'Geheime Liebe' 9-/9 (7c) - is me niet meer gegund. Reden om terug te gaan dus, deze route kan ik vlot afmaken. Mijn dag is hoe dan ook goed met mijn moeilijkste flash tot nu toe!

Bij gebrek aan beeldmateriaal uit de Ith, is hier nog een korte video van een bezoekje aan Avalonia enkele weken terug. Michelle en de honden waren weer mee en hoewel ik niet veel heb geklommen, is het genoeg voor een kort filmpje met twee leuke boulders.

dinsdag 21 mei 2013

De oehoe van Lüerdissen

Het is bijna zes uur als Matt en ik de heuvel op wandelen richting de rotsen. De rit naar Bielefeld duurde langer dan verwacht. Ik ben nog niet eerder in de Hallelujahsteinbruch geweest, maar het aanbod van een hoge concentratie boulderachtige zevendegraads routes die mooier schijnen te zijn dan ze eruit zien heeft me zeker nieuwsgierig gemaakt. Matt hoefde niet hard zijn best te doen om me te overtuigen er de avond door te brengen, zeker nu ik in de twee weken meivakantie veel minder heb geklommen dan ik me voorgenomen had en nog geen enkele nieuwe locatie heb bezocht. 

De onthutsing is dan ook vrij groot als een opvallend rood lint de ingang van de oude steengroeve verspert. Matt tilt net eigenzinnig een voet op om over het lint te stappen, als een Duitser met een hoop stampij uit de bosjes komt stappen. Ik weet werkelijk niet hoe ze het doen, maar de Kletterpolizei ligt in het land van de overvloedige regels altijd op de loer. Meestal zeuren ze over onzinnigheden en staat het ze vooral niet aan als je een sterkere klimmer bent, maar deze man blijkt een uiterst goede reden te hebben om ons staande te houden. Zoals het een ambassadeur van het magnesiumvrije hoofddopjesgilde betaamt, begint hij zijn gesprek met een buitengewoon slecht humeur en een belerende toon. We weten immers toch dat er een oehoe in de steengroeve broedt! Hij is heel groot en heeft drie eieren! Met vriendelijk woorden blijkt de vogelvriend snel te sussen en als hij hoort dat wij niet uit de buurt komen, neemt het begrip voor onze onwetendheid direct toe. Het wordt al vlot een prima gesprek. De Hallelujahsteinbruch is klein en ligt op slechts een uurtje van de (veel interessantere) Ith en trekt daardoor zelden bezoekers van buitenaf. Deze man lijkt te vermoeden dat een aantal locals het klimverbod tijdens vogelbroed aan hun laars lappen. Een duidelijk bord met het dringende verzoek de broedende oehoe met rust te laten, bleek vorige week zelfs gejat te zijn. Maar eerlijk is eerlijk: linten voor rotsen zouden ook bij ons direct het vogelbroedbelletje moeten doen rinkelen. Matt en ik dachten er op dit moment allebei niet aan en het is dus maar goed dat deze held-met-sokken-in-zijn-klimschoenen in de struikjes lag te wachten op onverlaten die de steengroeve stiekem wilden betreden.

Maar balen is het wel! Weer geen nieuwe bestemming en een roteind voor niets gereden. Teleurgesteld lopen we de heuvel weer af en deel ik met Matt de anekdote dat alle rotsen van Lüerdissen - anders dan normaal - alweer zijn opgesteld, omdat de oehoe zich daar dit jaar niet heeft genesteld... Waar zou hij toch gebleven zijn? We besluiten maar terug te rijden naar Teuto om daar de laatste uurtjes voor het donker te klimmen. Als we om kwart over zeven eindelijk het Bocketal inrijden, regent het er. Omdat we er inmiddels drie uur voor gereden hebben, wandelen we toch maar richting de rotsen. Het levert ons het eerste - inmiddels felbegeerde - stukje voorspoed van de dag op: de Königstein blijkt droog te zijn en het stopt met regenen.

Ik warm op door 'Cirkus' 7a te klimmen en stort me vervolgens op de lastige 7b rechts ervan. Na een 6B boulder (de crux van de 7a route die daar loopt), volgt een knalharde crux: dynamisch naar een platte ondergreep, heel hard drukken op een kleine tree om er niet weer uit te schieten, een voet binnendoor bijna op heuphoogte plaatsen en vervolgens dat been helemaal uitdrukken om vanuit de ondergreep volledig gestrekt naar een hoog, klein greepje te gaan. Omdat de ondergreep rechts van alle treden zit, is het een continu gevecht om een 'draaideur' te voorkomen. Het voelt als een 7A boulder, veel te moeilijk voor een 7b route en ik val er vaak uit. De frustratie loopt rap op. Na een aantal pogingen - ik ben de tel al kwijt - lukt het dan toch en verschuif ik mijn aandacht nog gauw naar een directe uitklimvariant. Door heel diep af te blokken vanaf een tweevinger pocket blijkt dit ook mogelijk te zijn. Ik gok 7a+, misschien 7b. De passen lukken snel, maar ik besluit de route te bewaren voor een volgend bezoek. Het dreigt donker te worden, dus ik probeer gauw nog een combinatie van Cirkus en Form-indikator te klimmen. Het levert een moeilijkere inklim in de crux van Form-indikator op, die daardoor nog weer wat lastiger wordt. In de crux aangekomen, is het echter al zo donker dat ik de juiste treden niet meer kan zien... Het lijkt erop dat ik ook deze route voor een volgende keer moet bewaren! Hoewel het oorspronkelijke plan om te klimmen in de Hallelujahsteinbruch in het water is gevallen en we veel te lang gereden hebben voor een korte sessie op de Königstein, ben ik blij met mijn beklimming en de 'ontdekking' van nog twee nieuwe, lastige variaties. De komende maand zit de oehoe van Lüerdissen nog in Bielefeld te broeden en is de kans dus groot dat ik nog eens aan de Königstein kom te hangen. Geen bezwaar!

Omdat de bestaande topo alleen de lijnen Cirkus en Route 16 vermeldt en totaal geen duidelijkheid biedt over de gedefinieerde aard van beide routes (ongedefinieerd overlappen de routes veel en zouden ze beide eerder 6c dan 7a zijn), heb ik - voor iedereen die graag wat moeilijkers probeert - een poging gedaan om wat duidelijkheid te scheppen in onderstaande tekening.



zaterdag 4 mei 2013

Uitdeuken

Het deukje waar ik vorig weekend over schreef, is weer uitgedeukt. De avond van onze allerlaatste koninginnedag heb ik toepasselijk met Matt aan de Königstein doorgebracht. Ditmaal kon in Form-indikator snel klimmen, de moeilijke cruxpas lukte direct. De 7a route rechts op het massief ging ook goed. In de flash poging klom ik door de crux en strandde ik op de voorlaatste pas. In de tweede poging lukte de route met gemak. Een 7b uitklimvariant van dezelfde route kon ik er niet meer uit persen. Verkleumd door de kille wind die steevast langs de Königstein blies, hielden we het voor gezien. Ik was al tevreden: de mindset om weer routes te gaan klimmen begint terug te komen.

Ook fysiek zal ik het accent moeten verschuiven om goed te presteren in routes. Van korte, krachtige uitbarstingen moet ik de overstap maken naar langere, efficiënte aaneenschakelingen van bewegingen. Om alvast een beetje te oefenen, besloot ik tijdens een tweede bezoek aan Teuto een aantal traverses te proberen. Michelle en de honden waren mee en samen hebben we tussen mijn beklimmingen door de toerist uitgehangen en genoten van het prachtige, opbloeiende Teutoburger Wald. Ik kon vrij vlot de traverses 'Boone' 7A (er bestaan 3 variaties, een 6C+, een 7A en een 7B) en 'Patscherquergang' 7A+ klimmen. Zo slecht is het krachtuithoudingsvermogen nog niet dus!

Met mijn nieuwe camera heb ik geprobeerd de beide boulders te filmen. Ik heb nog heel wat te leren nu ik de belichting handmatig regelen wil en thuis bleken een aantal opnames zelfs onbruikbaar door een te kleine scherptediepte. Desalniettemin heb ik een video kunnen monteren. Boone staat er niet volledig op, maar Patscherquergang is in zijn geheel te zien. Eindelijk kan ik in full HD werken en mijn best doen er wat moois van te maken! Vergeet dus vooral niet om die full-screen knop (rechts onderin) in te drukken:

zaterdag 27 april 2013

Deukje

Het lijkt wel een vloek: de meivakantie begint en abrupt zakken de weersvoorspellingen in. Een spontaan besluit om de warme, zonnige donderdagavond ervoor naar het Teutoburger Wald te rijden en daar met Matt af te spreken, was dus snel genomen. Onderweg ernaartoe realiseerde ik me dat ik er al negen maanden niet meer geklommen heb. Hoog tijd dus om weer iets anders te voelen dan de kenmerkende rotsvormen van het Ruhrtal. Omdat het zandsteen in Teuto natuurlijk verweerd is, is de vorm niet te vergelijken met het afgegraven zandsteen in het Ruhrtal: de vormen zijn ronder, diverser en vaak veel subtieler. Het bleek weer flink wennen te zijn!

Na vijf kwartier in mijn eentje geboulderd te hebben op de Siamesische Zwilling (meer dan twee 6B+ traverses kon ik er niet uitklimmen) trof ik Matt bij de Königstein. Vanwege de warme, klamme lucht besloten we routes te klimmen. Het bleef er bij één, en ik klom hem niet uit... Met de routenaam 'Form-indikator' was dat een flinke dis naar mijn vorm op dat moment. Naar mijn mening is de cruxpas (een dynamische kruisbeweging vanaf een klein, raar, ondiep tweevingergreepje zelf al een 6B+/6C boulder, maar desondanks krijgt de route een XIII- waardering, ruwweg 6c+ op de Franse schaal. Pijnlijke ervaring dit... Ik houd het er maar even op dat ik me al leeg heb getrokken tijdens het boulderen ervoor. Desalniettemin zal ik toch snel naar de Königstein terug moeten gaan om dit deukje in mijn ego recht te zetten. Zou mijn routevorm echt zo slecht zijn? In dat geval is er - met een gesteld jaardoel van 8a - werk aan de winkel!

In de crux van Form-indikator (VIII-)

maandag 22 april 2013

Boulders, routes, rotsen en een wedstrijd

Na 222 dagen geen klimgordel of -touw te hebben aangeraakt, is het vandaag zover: de eerste sportklimdag van 2013! De lente lijkt zich eindelijk losgerukt te hebben uit de koude vingers van de langste winter in tijden en met 15 graden en zon rijden Frans en ik naar de oude zandsteengroeve van Isenberg, wederom in het Ruhrtal. Anderhalve week geleden kon ik nog eenmaal het winterse weer benutten en had ik in groot Duits-Nederlands gezelschap een sterke dag in Avalonia. Vijf zevendegraads boulders wist ik weg te drukken, waaronder de felbegeerde eerste 7A flash. Wellicht kreeg ik het benodigde extra beetje motivatie omdat het de laatste 7A in Avalonia was die ik nog niet had aangeraakt... Er waren die dag zoveel mensen en er gebeurde zoveel tegelijk, dat ik besloot niets te filmen. Misschien kon ik daardoor wel zoveel boulders klimmen: ik hoefde ze nu eens niet eindeloos te herhalen om ze uit verschillende hoeken te kunnen filmen.

Vandaag sleep ik naar Isenberg wel een camera mee, ik heb immers net een nieuwe gekocht met de ambitie om de kwaliteit van mijn videos flink te verhogen en meer te laten zien van alle locaties waar het klimmen mij brengt. Met een overdaad aan instellingen en volledig handmatige belichtingsmogelijkheden heb ik nog een hoop te leren. Maar eenmaal in Isenberg aangekomen, blijkt de plek in de verste verte niet te lijken op de veelbelovende foto's die ik er online van heb gezien. De steengroeve is laag, mossig en in het midden van de wand is een groot stuk afgezet, omdat een enorme rotspartij is uitgebroken (een prettig idee ook dat dat hier kan gebeuren). Ik besluit me er daarom niet druk te gaan maken om het maken van filmopnames. Het resultaat is het eerste foto- en videoloze blogbericht in lange tijd... 

Gelukkig zit de boeg met de route die ik hoop te kunnen klimmen er gewoon nog in en ziet de route er interessant uit, ondanks het feit dat hij korter is dan verwacht. 'Dachelkante' is met een waardering van IX- (7b+) de moeilijkste route hier en leidt over een paar kleine greepjes langs de kant van een sterk overhangende boeg: een hoge boulder met drie haken en een eenvoudige uitklim. We warmen op door gauw een makkelijke route te klimmen en daarna direct te gaan voelen in Dachelkante. Frans begint en strandt al op de tweede beweging op de boeg. Mijn eerste poging gaat niet veel beter. Ik hijs me dus op aan een setje en werk eerst de rest van de passen uit. De laatste blijkt een volwaardige sprong te zijn, waarbij ik ver moet overkruisen vanaf een zijgreepje naar een grote platte band. Omdat ik van ver opzij aan kom springen, vlieg ik er net zo hard weer uit. Zonder een positieve greep is er weinig uitzwaai op te vangen... Na wat oefenen lukt het om in de sprong gauw met de tweede hand bij te pakken en zo blijkt de zwaai net te houden te zijn. Als Frans in zijn de volgende poging ook een oplossing vindt voor de eerste pas (geheel on-Frans met een mooi geplaatst hakje!), zijn we klaar voor het trekken van serieuze pogingen. De sprong gaat bij ons allebei nog een aantal keer mis, maar even daarna klimmen we allebei Dachelkante uit. Het routeseizoen is geopend!

Omdat we er nu toch zijn, klimmen we nog de 7a+ die direct naast Dachelkante omhoog gaat. Veel meer dan een bouldercruxje door een dakje is het niet (hard afblokken en een voetverklemming doen trouw hun truc weer goed). We klimmen er allebei verschrikkelijk lelijk doorheen: Frans maakt 100% misbruik van zijn niet geringe lengte en ik 'los het op' met een sprong en een agressieve uitzwaai. We kijken tevergeefs nog eens om ons heen naar iets interessants om te klimmen. De boulders die Isenberg ook zou moeten hebben zijn of helemaal groen en glibberig (en worden dus duidelijk niet vaak geklommen...) of liggen in het deel waar de halve steengroeve naar beneden is gekomen. Met het gevoel veel te weinig gedaan te hebben, rijden we daarom nog even langs Nangijala, dat precies op de route ligt. We blijken daar aanzienlijk vermoeider te zijn dan we dachten en tot overmaat van ramp splijt ik mijn vingertop al in de tweede poging op de kleine, scherpe randjes van mijn openstaande project. Zonder succes druipen we weer af. Maar de eerste routes van het jaar zijn geklommen. Spoedig volgen er meer! En de filmopnames met de nieuwe camera houden jullie te goed, ik zal er binnenkort zeker mee gaan knoeien.

Drie dagen later is mijn gespleten vingertop weer dicht genoeg om te klimmen en stort ik mij in iets heel anders: een wedstrijd. Ik ben geen wedstrijdklimmer, voel me niet sterk op plastic en kan slecht omgaan met de druk van een serieuzer wedstrijdformat. En laat dat serieuzere wedstrijdformat nu net dit jaar doorgevoerd zijn in de Nederlandse bouldercompetitie. De tweede wedstrijd van het jaar is in Cube in Enschede en hanteert het strakke format van acht gejureerde kwalificatieboulders met maximaal vijf pogingen per boulder. Omdat het zo dichtbij huis is, heb ik besloten mezelf in het diepe te gooien en gewoon eens mee te doen. Toen ik het deelnemersveld zag dat zich niet door het format af heeft laten schrikken - klein en vooral erg sterk - begon ik me al achter de oren te krabben. Maar na het nodige twijfelen en zoeken naar excuses om niet te gaan, vind ik mijzelf op de dag van de wedstrijd toch in klimtenue in Cube en wordt opeens het startsignaal van de twee uur durende kwalificatie gegeven.

Twee uur later heb ik door slecht time management slechts de helft van het aantal pogingen waar ik recht op had kunnen gebruiken, heb ik het merendeel ervan door stomme fouten en slordigheid verprutst en heb ik slecht een enkele boulder (van de acht!) kunnen toppen. Voor mijn gevoel heb ik ver onder mijn kunnen gepresteerd en ik ben ervan overtuigd dat ik allerlaatste ben geworden. Dat ik uiteindelijk nog een 23e plek heb behaald en daarmee toch twee man achter me heb gelaten, is dus een (schrale) troost. Leerzaam: ik kan absoluut niet omgaan met de druk om on the spot de knop om te zetten, alles te geven en volledig geconcentreerd geen fouten te maken in de wetenschap dat ik maar vijf pogingen heb en elke poging me bovendien al punten kost. Heel anders dan buiten relaxed een boulder uitwerken, waarbij die focus en inspanning allemaal vanzelf lijken te gaan. Petje af voor de wedstrijdklimmers, het is echt een heel ander soort spelletje! Ik ga binnenkort gauw weer terug naar de rotsen...

maandag 8 april 2013

Drachenrachen

Al een tijdje worstel ik met het idee dat de moeilijkste boulders die ik de afgelopen maanden klom makkelijker zijn dan hun waarderingen suggereren - ook na het afwaarderen dat ik her en der al heb gedaan. Deels heeft dat te maken met het feit dat de zevendegraads boulders in Cube me zwaarder vallen (en ik kan mezelf nog zo vaak vertellen dat binnen en buiten klimmen amper te vergelijken zijn) en deels met het feit dat veel van de moeilijke boulders in het Ruhrtal weinig of geen herhalingen hebben gezien. De waarderingen zijn daarom vaak nog niet bevestigd en dat laat mij voldoende ruimte om ze omlaag te halen als de beklimming niet zo moeilijk voelde. Doe ik mijn prestaties tekort en is mijn niveau wel degelijk gestegen of is mijn twijfel terecht? Niet boeiend als de boulders leuk zijn? Wellicht, maar een beetje belangrijk vind ik het wel om mijn progressie te kunnen meten. Ik train er hard voor...

Hoog tijd dus om weer een keer wat verder te rijden en een aantal bevestigde boulders in het 7B bereik te gaan proberen. Hopelijk doet de gelegenheid zich binnenkort voor. Het beste alternatief dat ik dichterbij heb, is 'Drachenrachen' in de Katla Cave (in het Ruhrtal). Drachenrachen werd op 7 december 2008 geopend door de Duitse 9a-klimmer Daniel Jung. Diverse sterke klimmers herhaalden de boulder en bevestigden de 7B+ waardering. Toen afgelopen najaar een groot blok uit het dak van de Katla Cave brak, werd Drachenrachen moeilijker. Al met al genoeg reden om aan te nemen dat het in ieder geval een solide 7B+ is en een mooie test van mijn kunnen. Een paar weken terug probeerde ik in het gezelschap van Frans en Daniel Pohl al kort de eerste paar bewegingen van de boulder te maken en kon dat toen niet doen...

Drachenrachen is - een beetje kunstmatig - in twee stukken op te delen. De eerste helft draait om een handverklemming en een flinke beweging naar een volledig uitgestrekte positie in het dak. Het vasthouden van de handverklemming (en dat doet pijn...) en het leveren van de benodigde lichaamsspanning zijn hierbij de grootste uitdaging. In de tweede helft van de boulder lanceer je jezelf naar een klein greepje dat je niet kan zien om vervolgens de voeten 180 graden om te zwaaien. Met twee goed geplaatste teenhaken (hard trekken!) zijn de laatste passen het dak uit niet meer de moeilijkste.

Verre passen in Drachenrachen (foto: Erik Lucas)
Toen ik in het Paasweekend met Erik terug was in de Katla Cave (hij beschrijft ons bezoek in geuren en kleuren op zijn eigen blog), besloot ik Drachenrachen weer te proberen. De tweede helft kon ik snel klimmen, maar de eerste helft leverde weer problemen op. Na lang proberen kreeg ik de pas vanaf de handverklemming toch voor elkaar en liep ik onmiddelijk tegen een nieuw probleem aan: vanuit de uitgestrekte houding waarin ik belandde, leek het onmogelijk om de voeten te verplaatsen en in positie te komen voor de lanceerpas waar de tweede helft mee begint. Wat ik ook probeerde, mijn voeten kwamen los en ik schoot door de zwaai met mijn handen uit de grepen. Toen ik eindelijk een manier vond om een voetplaatsing op een aflopend treetje te kunnen belasten, bleek ik al veel te moe te zijn om de lanceerpas er nog uit te persen na de zware eerste bewegingen. Tijd om op te geven en het later weer te proberen... Het restant van de dag kon ik geen deuk meer in een pakje boter klimmen, Drachenrachen had er harder in getikt dan ik dacht. Na een aantal keer te zijn gevallen uit wat een simpele 6A+ zou moeten zijn, kon ik tot mijn eigen verbazing toch nog de korte boulder 'Grafitaux' 6C+ klimmen.

Randjes rukken in Grafitaux (foto: Erik Lucas)
Terug thuis liet Drachenrachen me echter niet los. In mijn hoofd bleef ik de bewegingen doorlopen, hopend alle kleine subtiliteiten niet te vergeten. Toen zich twee dagen later een kans - zonneschijn en een vrije middag - voordeed om terug te gaan, greep ik die dan ook met beide handen aan. Met Cash op de achterbank reed ik terug naar het Ruhrtal met slechts één doel: Drachenrachen klimmen. Het kostte een aantal pogingen om alle losse bewegingen weer te herhalen, tegenvaller. De lanceerpas bleef moeilijk en de handverklemming wou in de eerste pogingen echt niet blijven zitten. Toch kwam er een doorbraak: na een tijdje proberen kon ik de eerste bewegingen doorlinken in de lanceerpas. Plotseling bleek die 'relatief eenvoudige' tweede helft een stuk lastiger te zijn. Vermoeid door de weg ernaartoe, viel ik nog tweemaal volledig uitgeput vlak voor de dakrand. Ik voelde de energie opraken en wist dat de kans op een beklimming rap af begon te nemen...

Dat brengt me op een aspect van projecten waar ik nog volledig ongestructureerd en ondoordacht mee omga: rusten. Er zijn vele variërende voorschriften over het optimaal timen van rustpauzes tussen pogingen, maar allemaal zijn ze het erover eens dat er minimaal enkele (en vaak meer) minuten tussen korte pogingen in moeten zitten. Ik heb er vaak het geduld niet voor en ik hang soms binnen een minuut alweer in de boulder. Dom natuurlijk, maar ik heb er geen klokje bij en wil het dan te graag weer proberen. Met wat zelfbeheersing en een paar simpele 'spelregels' rondom rusten kan ik hierop zeker nog winst behalen. Ditmaal dwong ik mezelf mijn energie te sparen voor een goede poging. Nog eenmaal oefende ik de losse bewegingen en daarna ben ik ruim 20 minuten met Cash in het zonnetje gaan zitten suikerbrood eten. Toch een beetje afgekoeld was de eerste poging erna kansloos. Hij bracht de hartslag en bloedsomloop echter weer op gang en in de volgende poging bijna direct erna klom ik door alle moeilijke passen heen. Op het tandvlees kon ik - draaierig van de inspanning - de laatste passen over de dakrand eraan knopen: het zat erop! Het kostte vijf minuten op de crashpad liggen voordat mijn ademhaling weer enigszins tot rust kwam en langzaam de blijdschap en opluchting door begonnen te dringen. Ik had het gevoel dat ik geen greep meer kon vasthouden en pakte de spullen in om samen met Cash weer terug te wandelen naar de auto en nog even te genieten van de zon.


Zoals ik hierboven al schreef, biedt Drachenrachen een soort van klein referentiekader om de moeilijkheid van mijn recente prestaties in te schatten. Drachenrachen is voor mij zonder meer moeilijker dan alle andere boulders die ik geklommen heb. Ik denk niet dat ik op het moment iets moeilijkers zou kunnen voltooien. En zoals ik al vermoedde, waren twee andere boulders in hetzelfde dak erg vriendelijk voor hun waardering. Als Drachenrachen 7B+ is, is Shelob geen 7B en Black Smoke, White Wings geen 7B+ (al houdt Daniel Pohl vol dat deze laatste voor hem niet makkelijker is dan Drachenrachen, voor mij is er een groot verschil). Het maakt allemaal niet meer uit, ik heb nu met Drachenrachen zonder twijfel een solide 7B+ geklommen. Ik ben inderdaad weer wat gevorderd en een stapje dichter bij mijn 7C doel voor dit jaar!