vrijdag 28 december 2012

De essentie van klimmen

2012 is voorbij. Het klimdoel dat ik mijzelf stelde (7B boulder) heb ik niet gehaald en het doel dat ik daarvoor schrapte haalde ik wel (7c route). Het feit dat ik sinds mei niet meer buiten heb geboulderd, heeft natuurlijk niet geholpen bij het realiseren van mijn doel. Ik hoopte er in de afgelopen maanden nog flink aan te kunnen werken, maar het kwam er niet van, deels door tijdsgebrek vanwege een dubbele baan, deels door de subtiele, winterloze overgang van een natte herfst naar een nat voorjaar. In plaats daarvan probeer ik zo goed en kwaad als het gaat te trainen in Cube, hopend dat ik deze inspanning kan vertalen naar prestaties op de rots zodra ik er weer de kans voor krijg.

"Als het maar moeilijk was. Als het maar veel gekost heeft. Als het maar pijn deed. Als het maar onmogelijk gevoeld heeft en door volharding toch is gelukt." Foto: Michelle Kruize
Ik mag echter niet ontevreden zijn over het afgelopen jaar. In de paar maanden waarin ik geboulderd heb, ben ik de 7e graad in gestoten en heb ik in korte tijd elf 7e graads boulders geklommen. Duidelijker is de progressie nog als ik kijk naar de routes die ik geklommen heb. In het najaar van 2010 klom ik mijn eerste 7a, de enige van dat jaar. 2011 leverde de volgende vier 7a's en drie 7a+'en op. Dat was een kleine teleurstelling, want 7b was het gestelde doel. Ik voelde mijzelf gestrand op een plateau en ben de winter gaan boulderen in het nieuw geopende Cube. Toen ik in mei - na ruim een half jaar geen touw aangeraakt te hebben - door Frans en Koen meegesleept werd naar Berdorf, klom ik daar mijn eerste 7b ('Gincobiloba'). De dag erna klom ik de tweede ('Infernale') en de dag daarna mijn eerste 7c ('Apocalypse'). Het was de aftrap van een sportklimseizoen waarin ik elf maal 7a klom (waarvan twee onsight en twee flash), drie maal 7a+, zes maal 7b, twee maal 7b+ en een 7c. Een totaal van 23 7e graads routes, tegenover acht in de twee voorgaande jaren. Ik werd zo hongerig naar getallen dat het me teleurstelde er geen 7c+ aan toe te kunnen voegen...

Tijd om eens terug te blikken en te relativeren dus! Waarom hecht ik waarde aan een storm van getallen? Wat vertellen ze eigenlijk? De 7c die ik klom voelde makkelijker dan de (voor mij) moeilijkste 7b en de laatste 7a kostte me meer moeite dan de makkelijkste 7b... De discussie over waarderingen en vooral het belang ervan zal de klimgemeenschap waarschijnlijk eeuwig blijven plagen. De tegenstrijdigheid ervan die door veel klimmers ervaren wordt, is intrinsiek en heeft voor velen geen antwoord. Ik zou klimmen en vooral mijzelf tekort doen door de bezigheid te degraderen tot het verzamelen van getallen. En toch voelen ze belangrijk! Het is de meest voor de hand liggende schaal waarop ik mijn niveau kan meten. Maar wat maakt dat relevant? Zijn niveau en plezier gerelateerd? Wordt klimmen leuker naarmate het moeilijker wordt?

Ik heb dit jaar geprobeerd een stevige basis geprobeerd te leggen in de 7e graad door niet op de max, maar vooral veel net eronder te klimmen. Het doen van een redelijk aantal sterk verschillende routes rond de 7b heeft veel duidelijk gemaakt. Het bullebakken door de steile overhangen van 'Daiwel' en 'Gincobiloba' was een feest, maar het kon niet op tegen de voldoening van het uitvoeren van de verfijnde, technische crux van het verticale 'Judd mat Gaardebounen'. Als er een moment is geweest waarop ik mij een betere klimmer voelde, was het tijdens het maken van deze balanspassen op piepkleine grepen en treden, tijdens het gebruiken van de mono die zo klein was dat mijn middelvinger er niet in paste en ik tot mijn grote verbazing de beweging toch kon maken met een halve top van mijn ringvinger. Het was een openbaring dat ik mijn zware, inflexibele lijf door een route als deze kon bewegen!

Een vergelijkbare ervaring was het klimmen van 'Die Hexe'. Het is een combinatie van twee routes die ik ervoor al geklommen heb: 'Banane' en 'Alien'. Ondanks het feit dat 'Die Hexe' een lagere waardering krijgt dan 'Alien', had ik weinig vertrouwen in het project. Waar 'Alien' me met een korte bouldercrux goed lag, zag ik als een berg op tegen 'Die Hexe' dat van begin tot eind op powerendurance aankomt. De gedeelde, overhangende uitklim was na de korte crux van 'Alien' vrij eenvoudig, maar na de verzurende eerste helft van 'Die Hexe' een groot gevecht. Een extra dimensie was de grote afstand tussen de tweede en derde haak, waar zich ook de crux van de route bevindt. De laatste moeilijke pas - een flinke kruispas - zit vlak onder de derde haak en een val vanaf daar is potentieel tot de grond. Het bleek een psychologische drempel op te werpen om voorbij de tweede haak te klimmen: doorgaan vereiste een grote commitment, twijfel betekende het einde van een poging. Pas nadat ik bij gebrek aan commitment uit de kruispas ben gevallen en minder dan een meter boven de grond werd gestopt door mijn Britse zekeraar (beter zijn ze er niet...), durfde ik voluit te gaan en haalde ik volledig op mijn tandvlees de top. Van de diepe, brandende pijn in mijn onderarmen voelde ik niets meer toen Matt mij in een gelukzalig roes weer naar beneden liet zakken.

Het waren niet de routes die passen bij mijn sterke punten die me de meeste voldoening gaven. De euforie was groot toen ik de lange dakboulder klom waar ooit een paar haken in zijn geboord en een 7c route waardering aan is gehangen, maar niet zo groot als bij het klimmen van de twee lager gewaardeerde routes die voor mijn gevoel een belichaming van mijn antistijl waren. Mijzelf verrassen met iets dat ik voor onmogelijk hield, bleek veel meer waard dan het bevestigen van de kracht in mijn schouders en mijn vermogen om door een dak te bullebakken.  Mijn passie voor klimmen is gevestigd op de overwinningen op mijzelf wanneer ik iets doe waarvan ik dacht dat het buiten mijn kunnen lag. Als ik kijk naar waarderingen, is een niveaumeting niet het doel opzich, maar een instrument om op de grens van mijn kunnen te blijven en nieuwe overwinningen af te dwingen, om mij weer even meester van mijn eigen universum te voelen. Of dat in een 7a of een 7c gebeurt, maakt uiteindelijk niet uit. Als het maar moeilijk was. Als het maar veel gekost heeft. Als het maar pijn deed. Als het maar onmogelijk gevoeld heeft en door volharding toch is gelukt.

2012 is voorbij. Het heeft een aantal geweldige momenten gebracht en mijn honger naar meer alleen maar versterkt. Op naar 2013, op naar meer overwinningen, op naar het herontdekken van de grens. Ik heb misschien uitzicht op minder tijd dan ik zou willen hebben, maar de rotsen blijven wel liggen en de kansen om ze op zoeken zullen zich vanzelf weer voordoen. Ik ben er weer klaar voor!

donderdag 15 november 2012

Het plastic dieet

Verschrikkelijk, wat heb ik al lang niets meer op mijn blog geschreven! Erger nog is misschien wel dat er in al die tijd ook bijna niets te melden is geweest... In een laatste bezoek aan Berdorf met Frans heb ik Cima Ovest niet kunnen klimmen, de dyno bleek nog een veel te laag succespercentage te hebben. Gelukkig heb ik er wel met veel plezier nog een paar mooie lagere 7's kunnen klimmen (l'Écossaise bleek een bijzondere 7a te zijn en kostte me evenveel moeite als een aantal 7b's in Berdorf en Rocky Horror Friction Show 7a+ had een mooie, technische cruxpassage). Sindsdien heb ik geen rotsen meer aangeraakt. Dat is bijna drie maanden zonder inmiddels! Onwil is het zeker niet geweest, maar beschikbare tijd en het weer gooien al een tijdje roet in het eten. Naast mijn promotiewerk - dat over een jaar af moet zijn - volg ik een paar vakken om een tweede Master ('Science Communication & Education') binnen te halen en sta ik als invulling van een bijbehorende stage nu een aantal uren in de week voor VWO bovenbouw klassen als docent Natuurkunde. Ik heb nog nooit zoveel plezier in mijn werk gehad, maar tijd om uitgebreid de rotsen op te zoeken blijft op het moment niet echt over. Vrijnemen was nog nooit zo lastig en het lukt me sinds kort pas weer om met enige regelmaat ouderwets drie trainingen per week uit te voeren.

Nieuwe wanden, een uitstekende basis voor een plastic dieet. Foto: HVPhotography.nl

Een aangename troost is dat Cube in de tussentijd grondig verbouwd is en ik nu een van de mooiste hallen van het land naast de deur heb. Fit blijven moet zeker lukken in deze periode en hopelijk kan ik deze winter toch nog wat groeien als klimmer. In januari keert de Hard Moves competitie weer terug en dat zal zeker een goede motivator zijn om hard mijn best te doen. Vorig jaar heeft het mijn niveau zeker verhoogd! Mijn streven is om de komende tijd in ieder geval af en toe een update te plaatsen over de voortgang van mijn training en wie weet - als een lage werkdruk, een vrij moment en goede weersomstandighede nog eens samenvallen - kan ik binnenkort weer schrijven over een bezoek aan rots! Voorlopig neem ik maar even genoegen met een plastic dieet...

woensdag 22 augustus 2012

Terugblikken, relativeren en weer doorgaan!

Wat is er veel gebeurd in de afgelopen drie maanden! Eind mei klom ik met 'Gincobiloba' in Berdorf onverwacht mijn eerste 7b route. Al snel had ik de smaak van het routeklimmen weer te pakken en inmiddels heb ik 6 keer 7b, 2 keer 7b+ en 1 keer 7c geklommen. Sinds mijn vorige bericht heb ik een dag doorgebracht in de Ith en twee weekenden in Berdorf en weer een aantal mooie beklimmingen gedaan. Belangrijker nog misschien: ik heb in mijn beoogde 7c+ project gehangen en heb er vertrouwen in gekregen dat ik hem kan klimmen!


In de Ith (om precies te zijn: de Holzener Klippen) belandde ik op uitnodiging van Matt, die daar graag de 'Drachenwand' wou bekijken. Het zou één van de mooiere (en hogere) wanden van de Ith moeten zijn. Om weer eens wat anders te beklimmen dan zandsteen, heb ik me over mijn vooroordelen heen gezet en het kalksteen van de Ith een eerlijke kans gegeven. De Drachenwand bleek in ieder geval hoog te zijn en stond door zijn zuidelijke ligging vol te bakken in de zon. Eigenwijs zijn we toch gaan klimmen, opwarmend in een historische klassieker: 'Drachentöter' (6b). En zoals het een klassieker betaamt, was Drachentöter moeilijker dan verwacht en moest ik ervoor werken om hem onopgewarmd onsight te klimmen. Ik stortte me vervolgens op 'Tänzerin im sturm' (7b), Matt op 'Via Ferrata' (7a) er direkt naast. De eerste tien meter was technisch, verticaal klimmen op kleine greepjes en werd gevolgd door een bouldercrux met langere passen tussen eveneens kleine greepjes op een overhangende buik. Een paar makkelijker meters balansklimmen gaven daarna gelegenheid om te herstellen voor het afsluitende dak met een paar lastige passen over de dakrand. In de brandende zon voelden de eerste twee pogingen vrij hopeloos aan en Matt had eveneens ruzie met zijn route. Toen na 6 uur echter de schaduw de Drachenwand bereikte, klom ik Tänzerin im Sturm volledig onverwacht in de derde poging zonder veel moeite en kon Matt Via Ferrata ook toppen. Ik besloot er ook een poging in te trekken. Het bleek een mooiere, gevarieerdere versie van Tänzerin im Sturm te zijn en voor ik het doorhad, was ik boven. Flash en wat een genot! Ik ben Matt dankbaar voor de uitnodiging, klimmen in de Ith blijkt ook erg mooi te kunnen zijn en ik heb opeens een groot reservoir aan nieuwe routes niet al te ver van huis erbij!

Opwarmen in Willy (6c)

En dan weer twee weekenden in Berdorf... Ik kan er beter een huis kopen, denk ik. Voorlopig ben ik er nog niet uitgespeeld. De eerste dag van het eerste weekend (met Koen, Frans en Roelien) heb ik gebruikt om te voelen in een paar project kandidaten. 'Scramasax' (7c) voelde erg haalbaar, maar hakte door een aantal zware passen op mono's flink om mijn vingers in. Na twee pogingen kon ik tot vlak onder de top komen, maar moest ik het uitwerken met een pijnlijke vinger staken. 'Kaffisdous' (7a+) bleek een harde crux te hebben die nog niet in één keer wou lukken en aan het eind van de dag besloot ik daarom maar eens te gaan voelen in 'de' 7c+ op mijn verlanglijst: 'Cima Ovest'. Koen klom hem deze middag na veel werk in eerdere weekenden stijlvol uit en het is een prachtige route om te zien. Voor mij voelde het echter kansloos: de instapboulder lukte niet, de meters overhang ernaar voelden loodzwaar, de flinke dyno lukte niet en de lengtepas erna ook niet. Op dag twee zette ik Cima Ovest dus uit mijn hoofd en sloot ik me bij Roelien aan om de verticale, technische 'Judd mat Gaardebounen' (7b) te proberen. Na een hoop waarschuwingen (volgens velen is het een typische 'vrouwenroute', Frans trok er een vinger in stuk en wil er nooit meer in hangen en Koen noemde het een lastige, 'echte' 7b) wist Roelien de route met wat tips van twee behulpzame Nederlanders te flashen. Mijn eerste poging strandde midden in de crux toen mijn middelvinger niet in een cruciale mono bleek te passen. Uit focus gebracht verloor ik direct het vertrouwen in de piepkleine voettreden en kwam ik eruit vliegen. Gelukkig bleek daarna de top van mijn ringvinger wel te passen en kon ik de rest van de priegelpasjes uitwerken. Wat een prachtige route: mooie, subtiele bewegingen op piepkleine treden en met al even kleine greepjes! Spierballen zijn zinloos, techniek en vertrouwen in de voeten zijn alles. Niet mijn sterkste punt en daarom des te leerzamer om te doen. In de derde poging lukte het me om zonder vallen boven te komen.

Voleurs de Spits (7a+) gauw nog een keer, want er is een camera mee...

Tijdens het tweede weekend komen Michelle en onze honden mee, allemaal om hun kampeerexamen af te leggen. In Nederland wordt het 36 graden - veel te warm voor de honden - en in de bossen rond Berdorf zal het altijd iets koeler zijn. Voor Vienna is het liefde op het eerste gezicht, waar we ook lopen of zitten met haar, ze gaat helemaal uit haar dak van enthousiasme. Ze vindt het maar wat gezellig dat Berdorf sinds het verschijnen van de nieuwe topo zoveel klimmers aantrekt. Voor Cash is het allemaal wat spannender, maar hij houdt zich kranig en langzaamaan ontspant hij meer en begint de nieuwsgierigheid vaker de overhand te krijgen. Frans heeft het vorige weekend al flink gewerkt in Cima Ovest en wil daar na het opwarmen mee verder. Ik besluit toch maar mee te doen en tot mijn grote verrassing gaat het nu een stuk beter! De instapboulder lukt al in de tweede poging, de overhang erna is nu goed te doen. De dyno die volgt is een groter probleem. Maar na een beetje zoeken, voelen en proberen lukt het te om de sprong te maken. Het is ver, erg ver, maar past precies. En voor de lengtepas erna vind ik nu ook een oplossing: met een extra beweging kan ik via een mono voor links ook omhoog komen. Dat biedt hoop! In een tweede poging lukken alle passen weer, maar kost het meer moeite. De warmte begint zijn tol te vragen, ik heb er last van. Dat merk ik ook als ik daarna de flashpoging in 'Mike' (7a) verknal door op de laatste lastige pas met de verkeerde hand door te gaan. In de tweede poging doe ik het goed, maar voel ik ook dat er geen energie voor meer over is. Tijd voor de pizzeria dus.

Hard werken in Cima Ovest (7c+)

Op dag twee beproef ik mijn geluk opnieuw. Na een moeizame onsight beklimming van 'Bleausard' (6c) volg ik Frans in Cima Ovest. Halverwege de instapboulder merk ik het al: het wil niet. Ik laat los, het gebeurt voordat ik het doorheb. Ik voel geen motivatie, geen wil en geen kracht om het te doen. Sinds de hitte van Mallorca eind vorig jaar heb ik dit gevoel van mentale zwakte niet meer ervaren. Om mezelf een hoop frustratie te besparen, staak ik de poging en verbied ik mezelf om het vandaag weer te proberen. Frans' poging gaat beter, maar hij valt uit de sprong. Als ik 's middags mijn pijlen richt op een makkelijker route - 'Takla Makan' (7a) - blijft hij volharden in Cima Ovest. En het wordt beloond, halverwege de middag klimt hij er doorheen. Ik moet de verleiding onderdrukken om het toch weer te proberen. Beter kan ik mijn energie gebruiken voor Takla Makan, waarvan ik wederom de eerste poging heb verprutst halverwege de route. Zoekend naar de juiste grepen (overal zit pof!) ben ik er verzuurd uit gevallen. Tot overmaat van ramp val ik in de tweede poging tijdens het inclippen van de laatste haak doordat mijn voet wegschiet. De hoop zinkt me in de schoenen - ik lijk wel niets te kunnen vandaag - maar toch laat ik de setjes koppig hangen voor een laatste poging voordat we het gebied moeten verlaten om weer naar huis te rijden. Die poging lukt verrassend zonder moeite en spontaan is mijn gemoed weer hersteld. Ik laat me de kebab in Echternach - vaste stek - goed smaken als we met zijn allen op het stadsplein zitten na te genieten van een heerlijk weekend buiten tussen de rotsen, ver van het benauwde Nederland. Cash, Vienna en Michelle hebben hun kampeerbrevet met glans gehaald en dat biedt perspectief: er is bijvoorbeeld geen enkele reden meer om de volgende keer niet mee te gaan naar Fontainebleau!

Frans springt mis in Cima Ovest (7c+)
De laatste twee weekenden in Berdorf waren niet de beste klimdagen van het jaar, maar door het vlotte binnenhalen van alle projecten van de afgelopen maanden ben ik gretig geworden, te gretig. Hoge verwachtingen zijn de grootste dooddoener in klimprestaties. Ze maken me gevoeliger voor frustratie en het gebrek aan mentale kracht dat daarop volgt. Motivatie is cyclisch. Wanneer ik het niet verwacht, breek ik door nieuwe niveaus heen en schieten de verwachtingen voor de volgende keer omhoog, net zolang tot ze niet meer waar te maken zijn. Tegenvallers zijn dan onvermijdelijk en zetten me weer met twee voeten op de grond: ik moet er gewoon hard voor blijven werken. Uiteindelijk wordt de inspanning beloond, vaak weer op een onverwacht moment. Eén ding weet ik zeker na de afgelopen weken: Cima Ovest ligt binnen de mogelijkheden. Ik zal er hard mijn best voor moeten doen, ik zal er nog vaak uit komen vallen, maar ik kan hem klimmen. Hopelijk kan ik het in de komende anderhalve maand met wat koeler weer nog eens proberen. Een straf zal het niet zijn, het is de mooiste route waar ik ooit in heb gehangen.

maandag 13 augustus 2012

Even iets anders

Er zijn alweer twee trips naar de rots geweest (een dag in de Ith en twee dagen in Berdorf), hoog tijd om er weer wat over te schrijven dus. Dat zal ik deze week zeker nog doen, maar eerst wijd ik dit bericht aan twee andere zaken toe. Allereerst wil ik je graag wijzen op de nieuwe pagina waar ik aan werk over mijn kijk op trainen. Omdat er wereldwijd ongetwijfeld meer klimmers zijn die zoals ik regelmatig het internet afstruinen op zoek naar andermans inzichten hierover, heb ik besloten de pagina in het engels te schrijven. Ruwweg een derde deel is klaar en om teleurstelling over de inhoud alvast te voorkomen: er is nog niets geschreven over de concrete invulling van trainingen of het opstellen van een trainingsschema. Daarvoor moet ik helaas nog een beroep doen op je geduld... Hier (klik!) is het begin in ieder geval, ook te vinden in de balk onder de banner bovenaan mijn blog. Hopelijk is het interessant!

Verder heeft Michelle laatst een paar foto's gemaakt in het Teutoburger Wald terwijl ik 'poseer' op de Siamesische Zwilling en de Königstein. Het was veel te klam en warm om serieus te boulderen, maar dat maakt voor een paar foto's weinig verschil, toch? Eén ervan is al een tijdje te bewonderen als de nieuwe banner boven mijn blog, hier zijn er wat meer.


zondag 29 juli 2012

Nieuwe beklimmingen, een zondvloed en een video

Als ik in de verte gerommel hoor, begin ik direkt mijn spullen in te pakken. Het onweer is pas later op de dag voorspeld, maar ik weet dat het een flink front moet zijn. Ik pak de beide crashpads, mijn tas en de cameraspullen en met Cash aan de korte lijn struikel ik de helling af naar het wandelpad. Het druppelt al licht en de lucht wordt donker. Ik zet de pas erin om de wandeling het dal uit zo kort mogelijk te maken. Cash lijkt de noodzaak van het doorlopen niet te zien en vindt het vooral belangrijk om tegen zoveel mogelijk struikjes aan te plassen. Vrolijk wappert zijn staart alle kanten op. Vijfhonderd meter verder verandert dat. Binnen dertig seconden verdwijnt al het licht uit het dal, steekt een storm op en scheuren de wolken open. Ik weet niet wat me overkomt, de bomen buigen ver door en een gordijn van water slaat bijna horizontaal tegen ons aan. Het onweer is overal om ons heen. Cash maakt zich klein, laat zijn staart hangen en vouwt zijn oren dicht voor al het water. Als ik even stop om de crashpads steviger vast te klemmen in de harde wind, rolt hij zich gauw op in de berm. Maar we moeten door. Voor ons waait een boom om. We klimmen er overheen en worstelen ons omhoog over het pad dat inmiddels een kleine beek geworden is. Het water staat zo hoog, dat het over mijn voeten stroomt. Eindelijk bereiken we de bosrand bovenop de heuvel. Een imposante bliksem verlicht de hemel en nog voordat ik kan beginnen met tellen volgt een oorverdovende donderslag. Cash komt met vier poten van de grond en mijn hart zit in mijn keel. Nog honderd meter naar de auto. Als ik het portier open zwaai, weet Cash niet hoe snel hij op de achterbank moet springen. Het is een opwindende afsluiting van een dagje klimmen in Nideggen...

Vorig weekend spendeerde ik in Berdorf in de hoop daar te kunnen werken aan het vullen van mijn piramide. Slechts drie uur voor vertrek haalde Frans mij over om erheen te gaan. Ondanks een aantal onweersbuien had ik een prima eerste dag. Nog voor de eerste regendruppels kon ik de superklassieker 'Willy' (6c) klimmen. Wat een genot. De overhangen bleven droog en ik gebruikte de gelegenheid om het steile power-endurance teststuk 'Daiwel' te klimmen. Dat lukte vrij vlot, de 7b/7b+ waardering in de topo bleek vrij royaal te zijn. Later lukte het me bijna de route 'Marguerite' (7a+) te flashen, maar na een eeuwigheid te spenderen in de rust onder de crux - zoekend naar een manier om de enorme afstand naar de volgende greep te overbruggen - won de vermoeidheid het uiteindelijk en viel ik uit de laatste moeilijke pas. Na een half uurtje rusten was het klimmen van Marguerite in de tweede poging eenvoudig. Ondanks het motiverende gezelschap (Koen, Roelien, Enzo en Ima hebben zich bij ons gevoegd en Peter, Iris en een stel sterke groningers loopt ook rond) heb ik in de rest van het weekend niets moeilijks meer kunnen verzetten. Het bleef bij zwakke pogingen in een aantal lastige routes. Een goede reden om gauw weer terug te gaan dus.

Vandaag ben ik met Cash naar Nideggen gereden met als hoofddoel 'Idefix' aan mijn piramide toe te voegen. Dat is voor de weersomslag gelukt, al was het met meer moeite dan verwacht. Ik moet flink wennen aan het conglomeraat gesteente dat vrij weinig wrijving geeft, maar flink van zich af bijt in mijn vel. De waardering van Idefix is in de database van 8a.nu een onderwerp van discussie en varieert daar van 7b tot 7c. In de Duitse topo krijgt hij 9-, een Franse 7b+, en omdat ik hem aanzienlijk lastiger vind dan de in stijl vergelijkbare Daiwel, kan ik me daar goed in vinden.


Misschien is het je al opgevallen dat de piramide in de basis iets smaller is geworden: omdat er toch wel een flink verschil bleek te zijn tussen 'Banane' en het ernaast gelegen 'Die Hexe', ben ik teruggekomen op de waardering van Banane (de Duitse graad 8+ is breed genoeg om zowel als 7a+ als makkelijke 7b te interpreteren). Vorig jaar beschouwde ik het als mijn eerste 7b en stelde ik daarmee mijn doel voor 2011 veilig, een belangrijke psychologische rugsteun. Door de beklimming van Die Hexe (Duitse 8+/9-, onmiskenbaar een Franse 7b) moet ik daarop terugkomen en er 7a+ van maken. Zo zie je maar hoe misleidend het kan zijn om teveel waarde aan een paar getallen te hechten...

Binnen dat thema passen ook de beklimmingen in Nideggen vandaag. Op de sector Zementwerk bevinden zich een aantal lijnen, slechts een meter of 5-6 hoog en ongeveer even ver overhangend, die vroeger als routes behaakt zijn (ieder met twee haken), maar sinds de introductie van crashpads ook regelmatig geboulderd worden. Daardoor hebben ze zowel een boulderwaardering als een routewaardering. Voeg er een zitstart aan toe en je hebt zonder twijfel een boulder, maar de staande starts bevinden zich precies op de vage scheidslijn van boulders en routes. Ik heb dus maar de vrijheid genomen om de beklimming van 'Idefix' als een 7b+ solo en niet als een 6C+ boulder te noteren, omdat ik hem zo voor mijn piramide kan gebruiken. Evenzo klinkt de opwarmer 'Zappenduster' een stuk beter als 7a (route) onsight dan als 6B (boulder) flash. Maar route of boulder en waarderingen opzij gezet, ik heb weer genoten van een dagje buiten zijn met Cash en heb er een filmpje van gemaakt. Enjoy!

dinsdag 10 juli 2012

Piramides klimmen

Het kostte nogal wat moeite, maar Teuto's laatste moeilijke route - Die Hexe, 7b - is nu ook gedaan. Deze combinatie van Banane en Alien is - in tegenstelling tot deze beide routes - erg continu. Ondanks de beperkte lengte van 13 meter, kan ik me niet herinneren ooit zo hard tegen verzuring te hebben gevochten als in de laatste meters van Die Hexe. Het voelde uiteindelijk niets makkelijker - eerder moeilijker - dan Alien en dat legt natuurlijk meteen een zwakte (lees: trainingsdoel) bloot: duur. Na heel wat leesuurtjes heb ik inmiddels een redelijk concreet idee van hoe ik mijn training de komende periode wil aanpakken. Daarnaast ga ik bij wijze van experiment mijn prestaties op rots in een geleidelijke, maar continue vooruitgang forceren. Dat is althans waar ik op hoop...

Het idee is vrij simpel: om een nieuw niveau te klimmen, is een solide basis in de onderliggende niveaus belangrijk. Sla een niveau over of schiet snel een paar niveaus omhoog met slechts een enkele beklimming per niveau en stagnatie is uiteindelijk onvermijdelijk. Het kan erg lang duren om deze uitschieters omhoog weer te overtreffen. Door mijzelf te dwingen 'piramides' te klimmen, bouw ik voor elk nieuwe niveau gestructureerd een basis op in de waarderingen eronder. Mijn eerste pyramide (voor routes) voegt 4 7b, 2 7b+'en en een 7c toe aan mijn huidige beklimmingen, voordat ik mijn eerste 7c+ klim.


Het dwingt me te werken aan een basis in het 7b-7c gebied, maar ook om steeds moeilijker routes te proberen en niet te blijven hangen in lagere waarderingen. De volgende piramide ziet er vergelijkbaar uit, maar begint met 7b+ en topt bij 8a. Vooruitgang klonk nog nooit zo makkelijk! Nu nog even doen, ik heb mijzelf voor de eerste piramide tot het begin van het boulderseizoen in oktober gegeven. De eerste 7b is met Die Hexe in ieder geval binnen en het voelt goed om het als een bewuste stap naar mijn eerste 7c+ te beschouwen. Hopelijk wordt het regenachtige weer snel beter en kan ik er meer aan toevoegen!

woensdag 27 juni 2012

Alien!

Een kort berichtje, alweer zonder beeldmateriaal. Ik beloof (de lezer en mijzelf) binnenkort weer te gaan boulderen en de camera (en Cash) mee te nemen. De zomer laat zich helaas nog niet echt van zijn beste kant zien en ik spendeer dus veel tijd in de hal en lezend in boeken en artikelen over trainen. Het gebrek aan inhoudelijk blogberichten maak ik weer goed door bezig te zijn met een nieuwe pagina, helemaal over training. Als hij af is, gaat hij online. Maar tussen de regenachtige dagen door heb ik mijn kans gepakt om toch een kleine prestatie te verzetten. Dankzij de continue aanwezigheid van wind drogen de rotsen van Teuto snel en is het me gelukt de moeilijkste route van het gebied - Alien - te klimmen. Vorige week heb ik de route met Matt uitgewerkt en gisteren, ditmaal gezekerd door Frans, kon ik hem uitklimmen. Vier pogingen - en drie flinke vallen - waren er nog nodig om door de knalharde crux heen te komen. Wat een geweldig gevoel! De Duitse locals schijnen een eindeloze discussie te voeren (onder andere in hun online routedatabase) over de waardering van de route. Velen zijn het niet eens met de topo waardering (een Duitse 9-, ongeveer een Franse 7b+) en vinden dat de route moeilijker is. Laat ik dus ook een duit in het zakje doen: het is gewoon een 7b+. Het mag de pret niet drukken, de crux van Alien is zonder meer één van de mooiste die ik ooit heb geklommen.

maandag 18 juni 2012

Tijd om na te denken

Akelig stil is het hier alweer een tijdje... Veel noemenswaardigs is er ook niet gebeurd of veranderd, moet ik opbiechten. Na Berdorf heb ik slechts een enkel middagje buiten geklommen, in het Teutoburger Wald met Frans. Daar hebben we in het 'grote' dak van het Plisseetal gehangen en de routes 'Brüllmaschine' (7a+) en 'Plisseedach' (7a) geklommen, beide met een korte bouldercrux in - jawel - het dak. Het weer is nog niet goed genoeg geweest om de beoogde projecten ('Die Hexe' 7b en 'Alien' 7c) te beginnen. Beide zijn bij klamme omstandigheden niet klimbaar. Hopelijk binnenkort!

Genoeg tijd gehad dus om binnen te trainen en vooral weer veel na te denken over de invulling daarvan. Ik vind klimmen een moeilijke sport om voor te trainen. Fysieke, mentale en technische vaardigheden zijn ongeveer gelijkwaardig en even essentieel. Allemaal zijn ze complex van aard en het schrijven van een toegewijd artikel waard. Wellicht doe ik dat binnenkort nog eens om mijn gedachten te structuren. Het is nu in ieder geval tijd om te erkennen dat als progressie mijn doel is, ik niet alleen maar kan blijven boulderen. Vervelend om toe te geven, want de overzichtelijkheid van een exclusief boulderdieet bevalt me wel. Maar ik verwaarloos mijn duurvermogen (en dat is al een persoonlijk zwak punt) en verleer door alle maximaalinspanningen om licht, vloeiend en snel te bewegen. Er is meestal meer nodig om door een route heen te komen dan de firepower voor de cruxpassen...

Dat gezegd hebbend denk ik ook dat mijn boulder-break een goed besluit is geweest, het heeft me van een plateau geholpen en me zowel technisch als fysiek een stuk verder gebracht. Boulderen zal voorlopig het hoofdingrediënt van mijn training blijven, maar ik zal er weer meer periodisering in aanbrengen om meer aspecten van het spectrum van vaardigheden te trainen en te onderhouden. Ik werk dus weer door mijn trainingsboek heen en wacht met smart op het volgende boek dat in bestelling is, lees zoveel mogelijk trainingsartikelen als ik online kan vinden en schaaf aan een nieuw trainingsschema terwijl ik door mijn laatste fase maximaaltraining heen werk. In deze laatste fase waag ik me voor het eerst aan oefeningen op een campusbord. Ik ben daar altijd met een boogje omheen gegaan uit angst voor blessures en me verschuilend achter het argument dat je van veel campussen vooral beter wordt in campussen. Ditmaal heb ik het voordeel van de twijfel gegeven aan de theorie dat het een krachtig trainingsinstrument kan zijn, mits goed en met mate gebruikt als aanvulling op klimtraining. Immiddels ben ik bijna door de cyclus heen en merk ik - zoals te verwachten - beter ben geworden in de oefeningen die ik doe. Ik heb nog geen idee of het me gaat lukken dit in betere klimresultaten om te zetten. Over een tijdje zal ik nog een serie campustrainingen in mijn programma opnemen en na tijd proberen te evalueren of het me echt geholpen heeft (geen flauw benul hoe ik dat ga doen overigens...). Maar eerst neem ik een tijdje pauze van het campusbord, want ik merk dat ik van mijn ellebogen niet heel veel meer kan vragen.

Hopelijk kan ik dus binnenkort weer nieuwe berichten schrijven, bijvoorbeeld over een nieuw trainingsschema. Of over het klimmen van mijn eerste 7B boulder, een psychologisch belangrijke stap voor mij nu ik 7A+ al een paar maanden als een plafond ervaar. Mocht dat niet gebeuren, dan hoop ik in ieder geval het voor mij nieuwe 7b-7c routebereik verder te verkennen en daar meer routes in te klimmen. Stay tuned!

vrijdag 1 juni 2012

Motivatie!

Mijn 'boulderbreak' is inmiddels een half jaar terug ingezet en ik heb sindsdien geen gordel meer aangehad. De progressie in boulderniveau lijkt duidelijk meetbaar. Voor november vorig jaar klom ik met pijn en moeite mijn moeilijkste boulder met de 6C+ traverse 'Boone' in Teuto. Sinds februari heb ik daar 7 6C+'en, 7 7A's en 4 7A+'en aan toegevoegd en is het tweemaal gelukt om 6C te flashen. In het begin van de maand ben ik met Frans voor vier dagen naar het bouldermekka Fontainebleau gereden om daar met een Enschede's gezelschap te klimmen. Een uitstekende gelegenheid om mijn niveau eens te benchmarken en mijn gevoel voor waarderingen te testen. Het bleek aardig te kloppen (de typische Bleau-horror-plaat-boulders buiten beschouwing gelaten...) en ik heb er een aantal mooie boulders geklommen. 'l'Oblique' (7A) in Roche aux Sabots was het leukste om te doen. Op de laatste dag lukte het me bijna om 'Graviton' (7A) te flashen, ik had de laatste greep al beet en was bijna door de lastige mantelpas heen toen toch mijn hak nog wegschoot. Daarna deed de aanhechting van mijn biceps zoveel pijn (de dag ervoor was net even teveel), dat ik geen goede pogingen meer kon doen voordat een grote onweersbui het einde van onze trip inluidde.

Wat al het boulderen met het mijn sportklimniveau heeft gedaan, stel ik dit weekend op de proef door weer met Frans en Koen mee te gaan naar Berdorf. Ik sloot er vorig jaar het sportklimseizoen af met twee mooie 7a+ beklimmingen en een 6c onsight (hier het blogbericht dat ik er toen over schreef). Het was een bewuste keuze om mijn duurvermogen sindsdien te verwaarlozen (het is immers relatief snel weer terug getraind en was toch al nooit mijn sterkste punt) en ik weet dus niet wat ik van dit weekend kan verwachten. We reizen donderdagavond al naar Berdorf in de hoop dat het er vrijdag nog rustig is. Als we om 1 uur 's nachts op de camping aankomen, blijkt deze zo goed als leeg te zijn, maar bij elke plaats hangt een reserveringskaartje voor het weekend. Ai, dat is onverwacht. We zetten toch maar gauw de tenten op en besluiten de volgende ochtend naar een oplossing te zoeken. Die dient zich dan echter zelf al aan: tegenover ons staat een viertal Nederlanders dat in exact hetzelfde schuitje zit en als ik mijn tent uitkrabbel, staan ze net met 'het campingmeisje' te praten en wordt er besloten een lege stacaravanplaats in te richten als tijdelijk mini bivakveld voor het weekend. Top! Gauw gaan klimmen dus. We warmen op in 'Edelweiss' (6a) en 'Paulette' (6b+). Het onsighten daarvan gaat goed, al voel ik in de lange traverse van Paulette het zuur al branden. De crux bovenin blijkt daarentegen weer erg eenvoudig te zijn. Koen overtuigt Frans om dan zijn vorige project ('Jacques' 7b+) te proberen. Ik kijk eerst maar eens rustig toe hoe Frans zich door de lange, verzurende tour vol lengtepassen heen worstelt en besluit dat dit nu geen goed project voor mij gaat zijn. Als Koen een eigen project kiest ('Tapis Roulant' 7b+), doe ik dat ook maar. Mijn keuze valt op 'Gincobiloba', een relatief korte, steil overhangende 7b met een lastige bouldercrux direct in het begin. Vanaf een klein greepje met rechts is de instap dynamisch naar een redelijke crimper voor links. Dan is het voeten zwaaien naar een trede links (zie de foto hieronder), opblokken, bijpakken met recht, voet nog een keer omhoog en dan een hoge kruispas naar een drievingergat voor links. Net daarboven zit een greep om met rechts bij te pakken en een grote dynamische pas naar een prima bak voor links is dan het einde van de crux. De rest is bakken trekken door een dak en een iets lastigere serie passen over de dakrand. Een uurtje later, in de tweede poging, klim ik goed door de crux en ben ik al snel bij de dakrand. Plotseling zie ik daar een volledige no-hands-rest op een knieverklemming en na een korte rust kan ik probleemloos de laatste passen maken. Dat ging sneller dan verwacht! De rest van de dag levert voor ons weinig op. Frans en Koen klimmen beiden hun project nog niet en ik fris mijn geheugen op door een keer alle bewegingen van 'Infernale' te maken, een lange, verticale 7b die ik vorig jaar al even zonder succes heb geprobeerd.

De direct heftige instap van Gincobiloba (7b)
Op dag twee is het gebied bij binnenkomst al druk. Ik besluit daarom direct Infernale te proberen. De eerste 15 meters zijn niet moeilijker dan 5c en daarmee voldoende om op te warmen voor wat volgt. De eerste crux is subtiel: vanaf een kleine afloper voor rechts en een ondiepe mono zijgreep voor links moet ik op balans hoog gaan staan en een klein randje pakken. Vanaf daar volgen twee traverseerpassen naar links en dan wordt het klimmen direct weer makkelijk. Een goede rust op een grote, handvatvormige greep volgt. Hier kan ik herstellen voor het aanzienlijk zwaardere slot. Via een aantal kleine greepjes klim ik naar twee enorme passen tussen goede pockets. Beide zijn met de juiste voetplaatsingen statisch te doen. Dan volgt een klein hopje naar twee positieve randjes. Met een hoog geplaatste linkervoet moet ik vanaf hier een volledige handen-en-voeten-los-sprong maken naar een grote bak recht onder de ketting. Ik zet een keer goed aan en geef direct alles. Wat en climax en het gaat goed, de tweede 7b is al binnen!

Als Koen daarna zijn project afrondt en Frans een (helaas mislukkende) poging doet in de zijne, zoek ik een andere onafgeronde route van vorig jaar op: 'Yellow Submarine' (7a). Omdat de route licht overhangend en vrij continu is, heb ik er door mijn gebrek aan duur een beetje een hard hoofd in, maar het blijkt eenvoudiger dan verwacht. In de tweede poging klim ik hem zonder veel moeite.

Koen in Tapis Roulant (7b+)
Aangemoedigd door mijn succes leg ik de lat wat hoger voor mijzelf en ga de middag toewijden aan 'Apocalypse' (7c), een boulderachtige route dwars door een enorm dak. Het begint al goed: de eerste pas lukt niet. Na een tijdje klooien besluit ik hem over te slaan door me aan een setje omhoog te sleuren en eerst de rest van de route te proberen. Tot mijn eigen verbazing kan ik alle passen al vlot maken! Frans, gefrustreerd over Jacques, besluit met me mee te doen en vindt bovendien een oplossing voor de eerste pas. Terwijl Koen zich druk maakt om alle 7a's van Berdorf af te kunnen vinken (het helpt gezien de drukte dat hij alleen de minst populaire routes nog over heeft), werken Frans en ik Apocalypse goed uit en klimmen we er allebei in totaal drie keer met wat blocks doorheen. Het eerste deel van de route heeft een aantal fysieke bewegingen door een steile overhang naar een rustpositie hangend aan een been. Erg comfortabel is het niet, maar genoeg om even uit te schudden voor de tweede, zwaardere helft. Hier begint een horizontaal dak met een grote barst erdoorheen. In de barst zitten een paar slechte, aflopende greepjes. Het moet mogelijk zijn er een handverklemming in te leggen, maar het lukt ons niet. De barst lijkt daarvoor te smal. We gaan dus voor de fysieke oplossing: ver het dak in naar het eerst aflopertje met recht, goed trekken aan een hak en overkruizen met links naar een tweede sloper. Vanaf daar is net de derde (en beste) greep bereikbaar. Nu komt het op lichaamsspanning aan: de hak moet los, maar een zwaai van het lichaam is op deze grepen niet te houden. Heel beheerst moet dus de linkervoet los, mijn hele lichaam van horizontaal links naar horizontaal rechts om vervolgens een voetverklemming te leggen aan het einde van de barst, waar hij veel breder is. Als die verklemming eenmaal zit, is het klaar: bakken trekken over de dakrand en gauw naar het relais. Aan het einde van de dag zijn we moe, maar het project voelt al goed haalbaar!

Hakken trekken en benen zwaaien in Apocalypse (7c)
Op dag drie, na opwarmen in 'Spigolo Giallo' (6a+) en 'Luftikus' (6b, wat een fantastische route!), klim ik Apocalypse in de eerste poging uit. Frans maakt een fout in zijn eerste poging, maar beklimt de route vlot daarna in een tweede poging. Koen lijkt gemotiveerd door ons succes en onderbreekt zijn queeste om alle lage 7's te doen voor een tweetal pogingen. Ze bieden goede hoop voor de laatste dag! Frans doet nog een poging in Jacques, maar het mag nog niet baten. Inmiddels hebben Roel en Liesbeth zich nog voor anderhalve dag bij ons gevoegd en we kijken toe hoe Roel met tips van Koen en Frans dezelfde route uitwerkt en oefent. Als we ons daarna met zijn drieën op 'Franzi' (7a) storten (voor Koen en nog ongeklommen 7a en voor Frans natuurlijk een must-do vanwege de naam), speelt de eerdere poging in Jacques Frans parten. De eerste helft - een leuke ±6a plaat tot een rust ter grootte van een picknickplaats - gaat goed, maar de licht overhangende hoek die volgt, wint het daarna van hem. Gewaarschuwd door de fout van Frans, kunnen Koen en ik de route flashen. De hoek blijkt erg mooi te zijn om te beklimmen! Frans gooit zich er nog tweemaal tegenaan, maar mist door zijn vermoeidheid de kracht en focus om het af te ronden.

Frans in strijd met Franzi (7a)
Als Frans onze laatste dag aftrapt met een nieuwe, frisse poging, lukt het gelukkig wel. We klimmen nog een 6a'tje vlakbij en dan doet hij nog een poging in Jacques. Het is duidelijk de beste tot nu toe, maar net niet genoeg om de top te halen. Desalniettemin lijkt de beklimming nu erg dichtbij en stemt het Frans vrolijk. Tijdens de volgende trip gaat ie! Op naar het laatste openstaande project, ditmaal voor Koen: Apocalypse. En ook Koen klimt hem nu uit, we hebben hem allemaal! Roel gaat er later op de dag met stijl overheen en flasht de route met de uitgepuzzelde beta. Doorvoor klimt hij Jacques in de tweede poging al uit. Verschil moet er zijn...

Voor Frans, Koen en mij blijft er een dagje 'genotsklimmen' over en ik ga gewoon maar mee met wat Koen uitkiest en aanwijst. Ik had niets beters kunnen doen, want het is pas vandaag dat het besef doordringt dat ik door al het boulderen ook een betere sportklimmer ben geworden. Zonder veel moeite onsight ik achter elkaar 'Locals Only' (6c+), 'Doris' (6c+/7a) en 'Ketteklau' (6c+). Zoiets was me vorig jaar nooit gelukt, laat staan drie keer achter elkaar op de vierde intensieve dag klimmen. Is het weer tijd om de knop om te gooien en ook te gaan trainen voor routes? Regelmatig wisselen is trainingstechnisch zeker het beste. Ik denk er binnenkort nog wel eens over na. Nu ga ik gewoon nog even nagenieten van een fantastisch lang weekend Berdorf waarin ik mezelf volledig onverwacht verrast heb met een nieuw, hoger klimniveau. Ik betrap mezelf erop nu al na te denken over wat ik de volgende keer in Berdorf wil klimmen...

dinsdag 8 mei 2012

Eifel, deel 2

Hoog tijd voor een update: sinds het vorige bericht heb ik weer een bezoek aan de Eifel gebracht en ben ik daarna een paar dagen in Fontainebleau geweest. De camera was natuurlijk weer mee, maar in Bleau heb ik de tijd en rust niet gevonden om te filmen. In een groep gebeurt er zoveel tegelijk en snel achter elkaar, dat rustig filmen er niet in zit. Gek natuurlijk, want er is juist veel om vast te leggen...

Tijdens een weekendje in de Eifel met een bevriend stel en de honden knijpen Cash en ik er een middagje tussenuit om te boulderen in het vlakbij gelegen, kleine basaltgebiedje Hohenfels. Volgens mijn topo is er een handjevol mooie boulders te doen (plus een selectie high-balls waar ik me in mijn eentje niet aan wil wagen) en droogt het snel. Dat laatste is belangrijk, want afgelopen nacht heeft het flink geregend. Snel blijkt echter een rekbaar begrip te zijn en de blokken zijn allemaal nog nat. Tot overmaat van ramp zijn een aantal boulders ook volledig bedekt met mos. Zolang die nat zijn, zijn ze niet schoon te maken en door al het mos blijven ze erg lang nat. De boulder die in de topo mijn aandacht trok, 'Virus' (7A+), blijkt te klam om te klimmen, net als de nabijgelegen traverse 'Flimmern' (7A). Het derde blok waar ik hoop op gevestigd heb, blijkt droger te zijn. 'Kernspaltung' (7C+) is de zwaarste boulder van het gebied met een vriendelijker staande start: 'TNT' (7A+).


De sprongstart vanaf een zijgreep voor links naar een sloper voor rechts blijkt voor mij niet de crux te zijn. Een goed geplaatste linkervoet levert de lichaamsspanning om de sloper te fixeren. De kruispas die volgt, is zwaarder en als hij eenmaal lukt, heb ik geen idee hoe ik uit deze positie moet komen. Pas na een tijdje ontdek ik dat ik beide voeten los kan gooien en hoger kan plaatsen. De optie kwam domweg niet in me op, omdat ik niet dacht te kunnen blijven hangen aan deze grepen. Ik probeer een aantal keer mijn beide voeten hoog te plaatsen en vanuit een volledig ingedraaide positie de laatste pas te maken, maar het lukt niet. Om de inmiddels vermoeide spieren wat rust te geven, klim ik tussendoor de enige drie onbegroeide boulders op de omliggende blokken en geniet ik samen met cash een tijdje van de doorbrekende zon. Een crashbad blijkt ook een prima ligstoel te zijn. Als ik daarna weer in TNT stap, besluit ik impulsief om voor de laatste pas mijn rechtervoet niet te plaatsen en direct door te sleuren vanaf mijn linkervoet. Het lukt! Als ik de video later terugzie, vraag ik me af of ik misschien te ver naar links uitgeklommen heb... Hoe dan ook zat de moeilijkheid hem daar niet meer in en maakt het voor de moeilijkheid van de boulder geen verschil. Desalniettemin zou ik graag nog eens teruggaan om de uitklim 'netjes' te doen en daarbij de twee moeilijker varianten van de boulder te proberen.

Ik heb in de topo nog een aanbevolen boulder gezien, hoger op de heuvel en besluit die te gaan zoeken. Het pad op de kaart blijkt geen pad te zijn en het aantal ingetekende rotsen aanzienlijk lager dan het daadwerkelijke aantal. Na het nodige krabbelen over de heuvelrug, struikelen over boomstronken en verdwaasd rotsblokken vergelijken met het tekeningetje in de topo vind ik 'Quälgeist' (6C+) eindelijk. Het is een overhangende hoek met kleine treden en een goede ondergreep aan de andere kant. Hij doet me enigszins denken aan de prachtige boulder Extasy in Glees. De zitstart blijkt het moeilijkst te zijn en met de juiste voetplaatsingen is de rest eenvoudig, beslist makkelijker dan Extasy. Tien minuten later klim ik Quälgeist uit. De overige boulders hier zijn of lelijk, of hebben een slechte landing. Ik laat het boulderen dus voor wat het is en begin de weg terug met Cash, ditmaal boven de rotsen langs. Daar ligt tenminste wel een pad. Al met al geen ongeslaagde dag, maar ik zou graag nog een keer een mooie, droge dag terugkeren om Virus, Flimmern en de overige twee varianten van Kerspaltung te proberen. Hohenfels mag dan wel klein zijn, ik ben er nog niet uitgespeeld!

zaterdag 21 april 2012

Een dag in Glees

Zoals beloofd, hier het verhaal horend bij de video die maakte op en rond de ruwe basaltblokken van Glees:


Vrijdag de dertiende, een perfecte dag om het lot te tarten en 'Die Eisheiligen' te bedwingen, de boulder die me ruim een jaar geleden hardhandig uitspuwde en de dag abrupt met een gebroken enkel deed eindigen. 's Ochtends vroeg rijd ik met Cash en twee crashpads achterin de auto richting de Eifel. Om half 11 komen we aan bij Glees en van de voorspelde zon is weinig te bekennen. Dondert niet, ook in de schaduw kan ik klimmen. Als het maar droog is. Bepakt met een rugtas, cameratas, statief, twee crashpads en met een trekkende Cash aan de lijn - de muisjes schieten immers over het pad - krabbel ik de heuvel op richting het Bleausard blok. Vorig jaar klom ik daar al de prachtige gelijknamige 6A boulder, maar kreeg ik mijn kont niet van de grond in de lastiger (6B+) zitstart. Tijd voor een herkansing dus. Als ik het blok eindelijk zie liggen, lijkt de bovenkant ervan nogal vochtig. Met de voorspelde zon zou dit snel verdwijnen, maar tot overmaat van ramp wordt de lucht juist donkerder en begint het licht te regenen. Daar zullen de blokken wel niet droger van worden...

Maar ik laat me niet uit het veld slaan - ik ben hier nu verdomme - dus ik begin koppig aan de zitstart van Bleausard. Gelukkig ligt de zijkant van het blok uit de regen en zijn de grepen droog. Na wat zoeken lukt het me om van de grond te komen en sleep ik mij het 6A restant in. Even vergeet ik hoe lastig deze nog is en dat wordt onmiddelijk bestraft: ik sta weer op de grond. De topo waarschuwt expliciet voor de pittige waarderingen in Glees en daar word ik in de eerste boulder weer hardhandig aan herinnerd. In de volgende poging doe ik beter mijn best en kom ik aan bij de top, die drijfnat blijkt te zijn. Ik denk echter alleen maar aan het uitklimmen van dit probleem en werk mezelf verder omhoog. Pas als mijn middel ter hoogte van de rand is en ik me aan twee gladde, ronde randjes vast probeer te houden, dringt het tot me door in welke situatie ik me gewerkt heb. Ik ben al te hoog om nog gecontrolleerd eraf te springen - ik ga vandaag geen enkels breken - maar als ik uitglijd tijdens de laatste bewegingen, maak ik een nog veel ongelukkiger val, vier meter omlaag. Doorgaan dan maar en niet vallen. Ik schuif op mijn buik over de rand totdat ik er een knie op kan werken en eindelijk bij de eerste fatsoenlijke greep kan. Het is wellicht de lelijkste topout die Bleausard ooit gezien heeft, maar ik haal opgelucht een aantal keer diep adem en ben alleen maar blij dat ik veilig boven ben. Geen natte topouts meer vandaag!

Die belofte houd ik als ik voor mijn dagdoel 'Die Eisheiligen' sta. Het is inmiddels opgehouden met regenen, maar de top is duidelijk erg nat en water sijpelt door de verticale breuklijn die de helft van de boulder gestalte geeft. De dag is nog lang en hopelijk gaat de zon alsnog schijnen. Ik zal dan vanmiddag nog eens kijken of de rots droger is. Gelukkig is mijn wenslijst voor vandaag langer en de volgende boulder - 'Flash Gordon' (6C+/7A) - is oéén greep na droog. Na vijf minuten knoeien met pof, een doek en een borstel heb ik ook die droog genoeg. Ik bedenk hoe ik de boulder wil klimmen en zet mijn camera en statief optimistisch neer voor de flash poging. Dat blijkt natuurlijk een kansloze onderneming te zijn. Hoewel de eerste passen goed gaan, gaat het mis op een verre pas naar links. Ik gooi mijn lichaam opzij naar de greep toe, maar mis en zwaai als een draaideur van de rots en land als een zak aardappelen horizontaal op de crashpad. Aan de moeilijkere tweede helft - een paar compressiebewegingen en een lastige slotpas - ben ik niet eens toegekomen. Als ik de tijd neem om de bewegingen te oefenen, lukt de verre pas naar links vrij vlot. De coördinatie voor de laatste beweging laat langer op zich wachten. Pas na een flink aantal pogingen lukt het me om vanuit een compressiepositie met een hand en een hak de dynamische beweging omhoog te maken zonder naar achteren te vallen. De rest is eenvoudig en even later is Flash Gordon binnen.

De volgende boulder op mijn lijst ligt in een andere sector die volgens de kaart in de topo direkt naast deze ligt. Daar blijkt weinig van te kloppen en na wat dwalen besluit ik eerst maar eens zonder mijn crashpads op zoek te gaan. Cash vindt het een topbesluit: drie keer op en neer door het bos wandelen, waarbij we twee keer een groep herten weg zien rennen. Als we een uur later samen in het zonnetje zitten te lunchen en wachten tot 'Extasy' (6C+) opgedroogd is, kan zijn dag al niet meer stuk. Erna is de boulder inderdaad droog en begin ik aan mijn flash poging. Extasy begint vanuit een zitstart en de staande start krijgt 'slechts' een 6B waardering. Als ik dus zonder veel moeite door het begin heen klim, krijg ik goede hoop voor de flash. Maar helaas blijkt de moeilijkheid voor mij toch echt in het 6B gedeelte te zitten en het kost me een aantal pogingen om de juiste bewegingen te vinden. Daarna lukt de hele boulder vlot. Het is een prachtig ding, omhoog traverserend over een steile hoek, en zeker wat eenvoudiger dan Flash Gordon.

Hoewel er meer op mijn to-do lijst staat, klim ik in deze sector allen nog een leuk 6A traversetje - 'Kalaschnikow' - en maak ik een aantal filmopnamen van Cash en mij. Hij natuurlijk blij en ik kan straks hopelijk een leuk filmpje van de dag in elkaar zetten. We lopen daarna weer terug naar Die Eisheiligen. De top ziet er droog uit, maar de breuklijn is nog steeds erg nat. Koppig doe ik toch twee pogingen, maar het vocht speelt me parten. Ik merk ook dat de beste energie wel op is en met pijn in het hart besluit ik Die Eisheiligen weer onbedwongen achter te laten: 0-2... Opeens bedenk ik me dan dat ik vorig jaar nog een boulder geprobeerd heb die me toen niet lukte: 'Plattenfäx' (6B+), volgens de topo één van de eerste boulders van het gebied. Vandaag lukt hij vrij snel zonder al teveel moeite en op mijn eigen aparte manier: door een keer flink af te blokken kan ik twee bewegingen op erg kleine, klamme greepjes min of meer overslaan.

De namiddagzon is heerlijk en ik wil voor we gaan nog één niet te moeilijke boulder doen die lekker in de zon ligt. 'Clever and smart' blijkt aan deze eisenlijst te voldoen. Een 5C, dus die moet ik zonder veel moeite kunnen flashen. Niet dus: in de tweede pas draai ik al weg en sta ik direct op de grond. De tweede poging gaat niets beter, net als de derde... Pas als ik daarna besluit om voor een dynamische oplossing te gaan, een slechte greep over te slaan en te springen naar een betere lukt het. Ben ik veel vermoeider dan ik denk, zijn de waarderingen hier zo hard of ben ik gewoon aan het knoeien en kies ik een 6B oplossing voor een 5C probleem? Ik beantwoord die vraag gewoon maar even niet... Het is bijna etenstijd en we hebben nog een lange terugweg voor de boeg. Tijd om in te pakken en weer naar de auto te wandelen dus. Cash is opgewekt en ik ben blij met een mooi lijstje beklimming en een volle geheugenkaart met video-opnamen om thuis mee aan de slag te gaan. Topdag!

maandag 16 april 2012

Een weekend boulderen in de Ith

Dat de maand maart ondanks een hoge werkdruk niet onverdienstelijk verliep, beschreef ik al voordat ik in het laatste weekend van de maand naar de Ith vertrek met een flinke vertegenwoordiging van boulderend Enschede. Samen met René, Irene, Jeroen, Thijs, Maria, Wiep en Frans reis ik naar het grote kalkstenen dak 'Pferdestall' om er nog een aantal mooie beklimmingen aan toe te voegen. In de eerste indruk lijkt het massief weinig gelegenheid voor halfbakken 'genotsklimmen' te bieden en een blik in de topo bevestigt dat vermoeden: naast een paar verdwaalde 5'jes en 6'en begint de pret bij 7A. Na wat vlot opwarmen in een drietal makkelijker boulders zet ik mijn zinnen op 'Extra', een 6C door een minder lang deel van het dak met een stevige schouderpas aan het einde. Dat kan ik, dus ik lees goed in en ga voor de flash. En die lukt, zonder veel moeite zelfs! Het succes moedigt me aan om de grens op te zoeken en ik probeer de direkte inklim van dezelfde boulder: 'Extra direkt' 7A+. Via een lastige, lange pas vanaf een slechte ondergreep naar de dakrand gaat deze lijn naar de uitklim van Extra. Tien minuten later heb ik de boulder geklommen en doet Frans het dunnetjes over. Erg leuk, motiverend ook, maar in mijn boekje echt geen 7A+. Ongeveer tegelijkertijd maakt Jeroen - in een opwarmer - een ongelukkige val en komt met zijn voet tussen twee crashpads. Zijn enkel klapt dubbel en de snel opkomende zwelling verraadt al gauw dat zijn enkelbanden een tik hebben gekregen. Boulderen zit er voor hem niet meer in dit weekend. Een jaar terug overkwam mij hetzelfde en ik weet nog goed hoe ellendig ik me toen voelde... Jeroen blijkt echter een optimist te zijn en we zullen hem de rest van het weekend geen moment horen klagen.

Ik verhuis een aantal crashpads naar 'Haschisch Royal' 7A, volgens de topo een must do met een mooie dyno. Het blijkt een mooie, pure lijn te zijn: vanuit de instap direct ver het dak in op een kleine zijgreep, overkruizen naar een redelijke twee-vinger pocket en dan schrap zetten voor de sprong naar de dakrand. Mijn eerste poging valt me niet tegen, maar ik faal - zoals verwacht - in de sprong. Springen zit nu eenmaal niet zo lekker in het repetoir van een klimmer die veel te statisch beweegt... In de derde poging heb ik hem echter bijna, maar glijd ik door de zwaai van mijn lichaam met mijn hand weer uit de greep. Met een beetje jaloezie kijk ik daarna toe hoe Frans de pas daarna met zijn lange armen min of meer statisch maakt. Mijn pogingen die volgen, worden alleen maar slechter. Gelukkig is er morgen nog een dag, dus ik laat Haschisch Royal even voor wat het is en we proberen de boulder ernaast: 'Sonnenschien im Paradies' 7A. Deze blijkt weer een stuk makkelijker te zijn en in mijn derde poging klim ik hem. De rest van de dag heeft voor mij en de rest geen output meer en we verplaatsen ons naar het bivakveld voor een avond kampvuur-hangen. Gezien hoe hard het 's avonds nog af kan koelen in maart, is zo'n kampvuur zo gek nog niet en neem ik de onuitroeibare stank in mijn kleren graag voor lief. Hoe verder de avond vordert, hoe groter het vuur wordt (Thijs blijkt in zijn element te zijn als hij dingen mag verbranden) en hoe verder mijn zitplek bijna door de vlammen verzwolgen wordt. Koud heb ik het in ieder geval niet.


Op de tweede dag ben ik als eerste wakker - lastig, een ritme - en wandel ik ruim een uur door het bos langs de Leurdisser Klippen om er bij terugkomst achter te komen dat nog steeds niemand op is. Het wordt dus liggen in de zon, op een crashpad. Na een ochtendritueel van ruim drie uur - inclusief een door Thijs gereanimeerd kampvuur - vertrekken we eindelijk weer naar de rots. Ik warm rap (lees: amper) op en gooi mezelf weer tegen Haschisch Royal aan. Vandaag heb ik wel succes en na een aantal pogingen blijf ik vasthouden na de sprong. De uitklim is gelukkig makkelijk. Hoewel het de derde 7e graads boulder van het weekend is, is het de eerste die ook daadwerkelijk zo voelt en ik ben er dus extra blij mee! De rest van de dag levert geen spectaculaire beklimmingen meer op. Ik speel nog wat in 'Need for Speed' 7A+, 'Nasenbohrer' 7A, 'Kahlslag' 7B+ (kansloze onderneming...), maar verpleur vooral veel teveel energie in een 6C ('Wallflower') die Irene moeiteloos flasht en mij echt, echt niet lukt. Irene troost met mij door het een 'kleine mensen boulder' te noemen, maar Frans slaat dit gevoel al vrij vlot weer stuk door de boulder met zijn aanzienlijk langere lijf te klimmen. Verslagen moet ik Wallflower achter mij laten, zonder beklimming en met gesloopte vingers. Hoogste tijd voor de terugreis dus en ik kan tevreden terugkijken op een weekend met goede resultaten en de beklimming van Haschisch Royal als persoonlijke highlight.

donderdag 12 april 2012

Video!

In de hoop op nog wat fotomateriaal laat ik het inmiddels hoog geanticipeerde bericht over het boulderweekend in Ith nog even in de koelkast staan. Sorrie Frans! Ondertussen wil ik wel het volgende al graag even delen: ik heb een statief en een camera aangeschafd en kan vanaf nu mijn beklimmingen filmen! Het is een simpel instapmodel, dus verwacht geen hoge beeldkwaliteit. Voor mijzelf is het daarom niet minder leuk. Het creatieve proces van een klimfilmpje schieten, editen en bewerken blijkt erg leuk te zijn en eindelijk kan ik mijzelf nu eens zien klimmen en kritisch kijken naar mijn (gebrek aan?) techniek. Tijdens een kort bezoek aan het Teutoburger Wald heb ik de beelden geschoten van twee boulders die beide vrij atypisch zijn voor Teuto. Secret Society is een fysiek recht-toe-recht-aan power endurance probleem (10 passen!) en Po Kratzen een kleine traverse waarbij de moeilijkheid hem vooral zit in het maken van alle voetbewegingen zonder daarbij de grond te raken. Lichaamsspanning vereist en een stuk lastiger dan het lijkt!




maandag 26 maart 2012

Een verdienstelijke maand

Alweer bijna een maand sinds mijn laatste bericht, wat vliegt de tijd! Zoals toen al aangekondigd, begon de maand vooral op plastic. Tijdens de (geweldige!) Hard Moves finale in Wuppertal wist ik 23 van de 40 uitgezette boulders te klimmen binnen de tijd en ondanks de drie boulders die net niet lukten ben ik daar dik tevreden mee. Als team hebben we ons doel gehaald: we zijn niet laatste geworden in al het Duitse geweld. We hebben zelfs 4 teams achter ons gelaten!
Kwalificatie Boulder 1 in Cube (foto: Michelle Kruize)
Een week later klom ik mijn tweede wedstrijd, ditmaal op individuele basis. De eerste nationale boulderwedstrijd (Boulder 1) werd in mijn thuisbasis Cube georganiseerd. En als je naar een wedstrijd toe kan fietsen, doe je natuurlijk mee, of je nou kansloos bent of niet! De sfeer tijdens de wedstrijd was goed, ik heb voor mijn doen prima geklommen en wist daarmee een 28e plek te behalen en de finales waren leuk en leerzaam om naar te kijken. Local Bob deed het buitengewoon goed en haalde zelfs een vijfde plaats! Door het ongewoon (en dus onverwacht) grote deelnemersaantal was de week ervoor erg hectisch voor halbaas Herman. In de laatste dagen voor de wedstrijd wist hij nog een volledig nieuw, overhangend wanddeel neer te zetten. Een enorme toevoeging voor de hal en ik heb nu al zin om erop te gaan trainen!

De tweede helft van de maand stond in het kader van een vermoeiende meetserie in Nijmegen: lange dagen, 's nachts werken en bar weinig tijd om te klimmen. Desalniettemin heb ik ervoor en in het begin nog een paar gaten gevonden om de Duitse zandsteenrotsen vlakbij huis op te zoeken. Tijdens een geslaagde middag met Frans lukt het me voor het eerst om een 6C flash te klimmen. In eerste instantie geloof ik niets van de waardering, maar als Frans de one-mover daarna niet door weet te komen, lijkt het er toch op dat ik een goed moment had! Gemotiveerd probeer ik daarna het Fata Morgana project nog eens en in de eerste poging klim ik door alle moeilijke passen en verknoei ik het alsnog op de laatste. Balen! De volgende pogingen gaan slechter en al snel ben ik weer door het vel van mijn linker wijsvinger heen. Twee dagen later kom ik terug en lukt het me wel. Het is zonder twijfel mijn moeilijkste beklimming tot nu toe een flinke mentale stap vooruit. Eindelijk!
Aan het werk in Fata Morgana (foto: Matt Bates)

woensdag 29 februari 2012

Meer Teuto

Helaas duurde de vorst die ik in mijn vorige bericht nog bejubelde erg kort. Tijdens een tweede bezoek aan het Teutoburger Wald heeft Matt me nog een aantal nieuwe (voor mij althans) plekken laten zien. Gedurende deze middag heb ik een flink aantal niet al te moeilijke boulders weggedrukt en wat gevoeld aan een paar lastiger boulders. Achteraf had ik de perfecte omstandigheden misschien moeten benutten om Fata Morgana uit te klimmen, want het is inmiddels al weer twee weken onafgebroken nat.
Boulderen in de Gotenschlucht (foto: Matt Bates)
Desalniettemin ben ik nog tweemaal die kant op gereden op dagen dat het weer beter leek, maar de rotsen bleken beide keren nog klam te zijn en het uitklimmen van moeilijke boulders was min of meer onmogelijk. Ik heb daardoor veel rondgelopen, veel rotsen gezien en ook heel wat boulders geprobeerd. Inmiddels staan er 15 projecten open in het Teutoburger Wald. Laat de zon en droogte dus maar weer komen!
Een nog af te ronden project...  (foto: Matt Bates)
Tot die tijd hoef ik me niet te vervelen. Deze week mag ik meedoen aan een tweedaagse clinic boulders bouwen in mijn thuishal Cube (erg leerzaam!) en aankomend weekend reis ik met het tienkoppige team van Cube af naar het Duitse Wuppertal voor de finale van de Hard Moves competitie. Maar bovenal kijk ik toch weer uit naar het volgende bezoek aan echte rotsen!

woensdag 8 februari 2012

Winter!

Twee dagen na mijn vorige bericht, waarin ik klaagde over de uitzonderlijk natte weersomstandigheden, sloeg het weer om en is de winter eindelijk begonnen. Onmiddellijk stuurde ik een bericht naar Matt, een nabij Osnabruck wonende Brit die al een paar jaar lang in het Teutoburger Wald ronddoolt, zoekend naar bouldermogelijkheden. We hebben al een aantal maanden e-mail contact, maar een ontmoeting om samen te boulderen bleef door onze verschillende agenda's uit. Ditmaal was het raak en in de eerste droge week hebben we twee middagen samen geklommen. Matt bleek goed gezelschap te zijn en heeft me een aantal prachtige, afgelegen plekken laten zien met de karakteristieke Teuto massieven: stijl overhangd met vooral kleine randjes. Sterkte vingers krijg je hier wel. Eén boulder die eruit sprong, was Ruby, een prachtige technische 6C die meer vraagt dan brute vingerkracht. Ik ben erg blij met de beklimming ervan!

Vandaag ben ik echter alleen en kan ik me ongestoord op mijn eigen projecten concentreren. Het vriest dat het kraakt en de rotsen zijn kurkdroog. Perfect! Ondanks de grote hoeveelheid rotsen, hebben slechts twee boulders een bevestigde naam en waardering, beide op het Siamesische Zwilling blok. Een ervan spreekt me tot de verbeelding vanaf het moment dat ik hem zag. Geïntimeerd door de waardering heb ik hem nog nooit durven proberen. Vandaag is het tijd. Fata Morgana is een stijle - bijna horizontale - hoek in het schemergebied tussen 7A+ en 7B. Een grote gleuf aan de basis vormt een logische start en aan het einde zit een flinke bak in de bovenkant van de rots. Ertussen zit enkel een serie kleine vingergrepen. Doordat de boulder zo stijl is, kan ik elke pas vanaf de grond proberen.

Het Siamesische Zwilling blok, gefotografeerd met mijn telefoon.
Brak, maar beter dan geen plaatje toch? Fata Morgana loopt over
de overhangende hoek op de voorgrond.
Na een half uur proberen en puzzelen heb ik een sequence van 7 passen uitgewerkt, waarvan alleen de zesde nog niet lukt. Stuk voor stuk zijn ze moeilijk en erg fysiek. Wat een prachtige boulder! Ik kijk nog eens goed onder het dak en zie een klein randje. Als ik daar de binnenkant van mijn linkervoet tegen zet en daarmee probeer te klemmen, lukt ook de zesde pas misschien... Ik stap hier in en het lukt! De laatste pas kan ik er direct achteraan linken. Ik begin vertrouwen te krijgen in de haalbaarheid van dit project en probeer meer passen te linken. Na alle passen in series van twee of drie bewegingen te hebben herhaald, waag ik het erop: een all-in poging. De eerste drie passen gaan perfect. Nu het eerste verraderlijke moment: mijn rechtervoet moet los uit een heelhook en hoog geplaatst op een aflopende tree. Eruit zwaaien is einde oefening. Het lukt! Snel draai ik mijn gewicht erop voor de vierde pas die nu niet zo moeilijk meer is. Voor de vijfde beweging trek ik me dynamisch op en sla op het dode punt met links door naar een aflopend randje waar drie vingertoppen op passen. Ik vang hem perfect, maar voel mijn zwaartepunt naar buiten draaien en de druk op de vingertoppen minderen. Plotseling is hij er weer: ik hang nog! Nu de lastige zesde beweging: klemmen met de voeten, afblokken op het randje en een ondiep tweevingergat vangen met rechts. Het lukt weer, zou het echt gebeuren nu? Voor de laatste pas moet ik nog eenmaal een nieuw hakje leggen en alles geven om mijzelf omhoog te gooien naar de makkelijke uitklim. Maar de brandstof is op. In een fractie van een seconde loopt de energie uit mijn onderarmen en ik kan me met geen mogelijkheid meer vasthouden en val op mijn crashpad. Nu weet ik het zeker: ik kan deze boulder klimmen! In een roes begin ik ter voorbereiding van een volgende poging de greepjes weer schoon te poetsen. Plotseling zie ik bloed op mijn borstel. Het druppelt snel uit mijn vingertop, ik heb er op een scherpe greep een snee in getrokken. Langzaam dringt het besef door dat Fata Morgana vandaag niet meer geklommen wordt: pas als mijn vingertop weer voldoende geheeld is, kan ik dit greepje weer belasten. Wat was er opeens dichtbij!

Ik neem de tijd om op adem te komen en besluit een ander project op te zoeken, waarbij ik niet al teveel hinder van de snee zal hebben als ik hem dicht tape. Matt heeft me gewezen op een lijn die hij op de Dreikaiserstuhl heeft schoongemaakt, maar zelf nog niet heeft kunnen klimmen. Op een bijna verticaal, glad stuk wand (bijzonder atypisch voor de Teuto rotsen) zitten drie slechte slopers tussen een ondergreep beneden en een breuklijn een paar meter hoger. Met de fantastische wrijving dankzij de vrieskou moet het nu mogelijk zijn. In tegenstelling tot Fata Morgana is deze boulder niet bijzonder fysiek, dus ik kan er heel wat pogingen in doen zonder mezelf snel uit te putten. Die blijk ik ook nodig te hebben, maar na zo'n 20 keer vallen ben ik opeens boven. Toch nog een succes vandaag, ik kan voldaan naar huis. Ik voel me sterk, het harde trainen werpt zijn vruchten af. Als mijn huid hersteld is, ga ik terug naar Fata Morgana!

maandag 23 januari 2012

Een winter op plastic

Op de laatste dag van november bracht ik mijn laatste bezoek aan het Teutoburger Wald. Onverdienstelijk was het zeker niet, ik klom er drie nieuwe boulders rond 6C in het meterslange dak van de Sphinx. Eén ervan was beslist een klein juweeltje: een pure, krachtige boulder met een pas vanuit een heel-hook naar een ondiepe ondergreep, net groot genoeg voor twee vingertoppen en vanaf daar een flinke, dynamische beweging naar een positieve zijgreep. Na het fixeren hiervan was het een kwestie van beide voeten goed plaatsen voor een sprong naar de rand van het dak en vol overtuiging ervoor gaan. Prachtig! De sereniteit van de Wolfsschlucht was heerlijk. Urenlang zag ik niemand anders dan de groepen herten die regelmatig aan de overkant van het dal tussen de bomen door langs renden. In een rust tussen de inspanningen door beklom ik de heuvel tegenover de Sphinx en vond in een zijdalletje twee kleine, nieuwe massiefjes met nog meer goede bouldermogelijkheden. Des te zuurder is het nu dat ik sindsdien niet terug heb kunnen gaan vanwege de niet aflatende regenval in december en januari.

De winter - het boulderseizoen waar ik me zo op verheugde - heb ik dus binnen, klimmend op plastic doorgebracht. Een troost is zeker dat in december Enschede's eerste (en Nederlands tweede!) boulderhal zijn deuren heeft geopend. Met Cube heeft Herman Engbers zijn droom nagejaagd en het resultaat mag er zeker wezen. De troef om mij direct een maandkaart te laten kopen was de deelname aan de Hard Moves competitie. Het concept was mij voorheen onbekend, maar het was een goed besteedde maandkaart! Hard Moves is een in Duitsland georganiseerde competitie waar klimhallen hun eigen teams naartoe zenden. In een kwalificatie van ruim een maand wordt per hal gestreden om een positie te veroveren bij de beste tien boulderaars (minimaal drie dames) die de hal mogen vertegenwoordigen tijdens de finale in het Duitse Wuppertal op 3 maart. In Cube bestond de kwalificatie uit 60 aangewezen boulderproblemen - makkelijk tot heel moeilijk en elk één punt waard. Samen met Frans schreef ik me in en het bleek een perfecte motivatie om een maandlang heel erg hard onze best te doen in boulders op de grens van ons kunnen. En het was leuk! Zo leuk zelfs, dat ik besloten heb sportklimmen een jaar links te laten liggen en me meer op boulderen te gaan focussen. Ik ben verliefd geworden op het perfectionisme van boulderen, de explosieve intensiteit en absolute focus, de puurheid en agressie tegenover het enorme belang van subtiliteiten en details. Boulderen maakt sterk, zowel technisch als fysiek. Vorige week liep de kwalificatietermijn in Cube samen met mijn maandkaart af. Geheel onverwacht heb ik een vierde plek kunnen bemachtigen met 51 geklommen boulders. Ik mag in maart mee naar de finale en heb er zin in!

Met dank aan Michelle: enkele foto's in Enschede's eerste boulderhal: Cube.

Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat van gestructureerd trainen niet bijzonder veel sprake was: ik heb als een idioot een maand lang vol gas gegeven en dat heeft geregeld ook zijn terugslag op de vorm gegeven. Hoewel ik het (uiterst lastig objectief te maatstaven) gevoel heb dat ik sterker en technischer ben geworden en blessurevrij ben gebleven, lijkt het me verstandig even een beetje gas terug te nemen en weer met een schema te gaan trainen. Nu sportklimmen even van de agenda is, is het periodiseren van mijn training een stuk eenvoudiger geworden. Voorlopig ga ik experimenteren met cycli van vier weken waarin de intensiteit en het trainingsvolume laag beginnen en maximaal eindigen. Voor elke cyclus bedenk ik een paar aandachtspunten die wat extra aandacht krijgen. Tijdens de eerstkomende cyclus zullen dat een beter gebruik van momentum en een toename van compressiekracht worden. Elke week bevat drie trainingen in een klimhal (of bij beter weer natuurlijk een bezoek aan rots!), twee hardlooprondes met mijn onvermoeibare hardloopmaatje Cash, twee korte yoga-sessies om eindelijk wat te doen aan mijn hoge stijve-plank-factor, twee work-outs voor de spieren in de core, voor de antagonisten die tijdens het klimmen niet genoeg aan bod komen en voor de stabiliteit van het schoudergewricht en tot slot de nieuwe troef die mijn zwakke open hand grip moet verbeteren: twee korte sessies op mijn nieuwe trainingsbord. Dat laatste wordt een kwestie van geduld: veel meer dan korte sessies trekken mijn ellebogen nog niet zonder stuk te gaan. Ik merk wel hoe snel (of langzaam) ik de belasting kan opbouwen. Er is genoeg te doen lijkt mij en om mijzelf een beetje te prikkelen en gemotiveerd te houden heb ik mijzelf een doel gesteld voor het jaar 2012: een 7B boulderen op rots. In de woorden van Patxi Usobiaga: 'ik heb geen uitzonderlijk talent, ik moet keihard trainen voor resultaat. Mijn talent is een masochistisch te zijn.'

De kunst van motivatie om langdurig gedisciplineerd door te blijven trainen is continu jezelf het beeld voor te houden van de klimmer die je wil worden. Goddank staat het web vol met beeldmateriaal dat helpt, zoals bijvoorbeeld deze film vol prachtige boulders in Fontainebleau. Ik kan haast niet wachten om er zelf heen te gaan!