vrijdag 25 maart 2011

Tien trainingen in het gips

Ik heb weer geklommen! Vorige week donderdag heeft zich een opwaartse tendens ingezet die me aangenaam verrast. Wonderbaarlijk genoeg voelt mijn enkel het best wanneer ik hem continu in lichte mate gebruik. Wat een geactiveerde bloedsomloop kan doen! Donderdag heb ik voor het eerst weer een stuk gefietst en vrijdag konden Michelle en ik met de fiets de stad even in. Zaterdag heb ik geen moment meer de behoefte gehad om met het been omhoog te zitten en ontdekte ik dat ik ook met één kruk weer kan lopen en zonder krukken op beide benen kan staan. Enthousiast over deze toename in mobiliteit, ben ik zondagmiddag weer naar Arqué gefietst (met een tussenstop bij Wilroy en Anouk voor een bak koffie) om een poging tot trainen te doen.

Training 1: Zondag
Het onthaal is warm en dat doet me goed. Peter vertelt dat hij ooit zijn enkelbanden gescheurd heeft, ook in een val uit een boulder. Het was de eerste keer dat hij een valmat gebruikte en hij kwam precies op de rand ervan terecht: enkel dubbel. Sindsdien gebruikt hij nooit meer een mat. Goede tip, ik zal hem onthouden. Toch ga ik denk ik voor een mat meer in plaats van een mat minder. Maar dat ben ik. Jos schudt me lachend de hand (hij heeft het zeldzame talent om van een overduidelijke uiting van leedvermaak een welgemeend vriendschappelijk gebaar te maken) en maakt direct duidelijk dat er nog minimaal 6a van me wordt verwacht. Immers: met een gebroken been kan je prima klimmen (niet gebruiken en gewoon laten hangen), Peter heeft het ook al twee periodes gedaan. Stilzitten komt in zijn boekje kennelijk ook niet voor en ik vind het fijn om dat even te horen: ik ben niet als enige de obsessieve idioot waarvoor ik soms word versleten. Het is bijzonder hoe een sport of passie iemand zo op kan slokken, dat het in korte tijd een integraal deel van zijn of haar identiteit wordt. Ongeveer 23 jaar van mijn leven heb ik niet geklommen en toch kan ik nu geen twee weken meer zonder of er een dag niet aan denken. Het begrip van anderen heb ik niet nodig om gemotiveerd te blijven, maar nu ik voor het eerst met een ingegipst been in de hal sta, is het erg prettig om een gelijkgezinde te ontmoeten die de twijfel over mijn eigen geestelijke gezondheid weer wegneemt. Natuurlijk blijf ik gewoon klimmen!

In de overhangen is mijn handicap het minst beperkend en zal het sleuren door de routes rond 6a (emmers, emmers en emmers van grepen) een interessante test van mijn krachtuithoudingsvermogen worden. Daar moet ik mijn pijlen deze tien trainingen op richten. Toch begin ik voorzichtig in een eenvoudige route op een rechtere wand. Het vraagt flink wat van de armen en voelt erg onwennig. Zoekende naar hoe ik mijn lichaam moet plaatsen met slechts één been worstel ik me door een aantal routes heen, voordat ik het aandurf om de overhangen op te zoeken. Ik kies de makkelijkste route: de witte 5c in de linker wand. De route traverseert onder een groot deel van de overhang langs en alleen de laatste paar meters gaan er echt doorheen. Tot daar zijn er dus talloze rustposities te vinden (zelfs een volledige no-hands rest) en deze wetenschap geeft me het vertrouwen om een poging te wagen. Het gaat verrassend goed. Nog steeds onwennig gaan de passen me toch nog redelijk makkelijk af. Uit onzekerheid (noem het voorzichtigheid) vraag ik na de traverse een block om uit te rusten en mijzelf samen te rapen voor de steile uitklim. Het blijkt een makkie te zijn. In een tweede poging doe ik de route in één keer, maar bovenin kom ik toch een beetje in de knoei. De vermoeidheid slaat daar al flink in de armen. Hopelijk wen ik snel aan deze 'nieuwe' klimstijl... Jos geniet in ieder geval zichtbaar van mijn pogingen om weer te klimmen en maakt foto's en een filmopname. Of het op de website geplaatst mag worden, vraagt hij. Nu betwijfel ik of het zien van gebroken benen aspirerend klimmers inspireren kan, maar mocht er beeldmateriaal online verschijnen, dan zal ik het hier zeker in een update delen.

Training 2: Dinsdag
Dinsdagavond, in de volgende training, klim ik al een stuk zelfverzekerder en minder onhandig. Na drie routes opwarmen stap ik weer in de witte 5c in de overhang. Nu top ik hem moeiteloos, wat voelt dat goed! Tijd voor het echte werk: de minte 6a in dezelfde wand. Dit is andere koek, want deze route loopt recht door de volledige lengte van de continue (ruwweg 45 graden) overhang. Elke greep is goed, dus zolang ik niet vreselijk verzuur, hoef ik voor vallen niet bang te zijn. Toch klim ik in de eerste poging veel te voorzichtig. Ik clip de setjes allemaal veel te vroeg - razend inefficiënt en een goede verklikker van angst - en vraag in totaal vijf keer om een block voordat ik boven ben. In de tweede poging durf ik al iets meer door te klimmen, maar clip ik nog steeds te vroeg. Drie blocks is het resultaat, dat kan nog steeds beter. Ik waag een derde poging. De verticale inklim is lastig en kost me veel energie. Vlak erboven heb ik mijn eerste block al nodig. Daarna zet ik door, maak ik snel meters en clip ik de setjes pas laat in. Dat voelt beter! Pas onder de lange passen op de bolling aan het eind van de route vraag ik mijn tweede block. Na kort uitrusten kan ik ook deze passen nu soepel maken. Het motiveert enorm. Als ik meters kan maken in de overhangen, kan ik zelfs nog een klein trainingseffect halen uit de komende drie weken. Donderdag meer!

In de kleedkamer raak ik weer even aan de praat met Peter. Hij vertelt nog eens over zijn eigen enkelblessures, het herstel ervan en hoe hij daarmee direct de overhangen weer in ging. Het sterkt wederom mijn vertrouwen. Zolang ik mijn voet niet probeer te gebruiken, is er amper een verhoogd risico. Vallen in een dynamisch touw geeft geen abrubte klap en in de overhangen sla je in een val niet tegen de wand. Peter zag ooit François Legrand (meervoudig wereldkampioen sportklimmen in de jaren '90) met een been in het gips in sterk overhangende 8e graads (!) routes hangen in de Franse rotsen. Natuurlijk blijf ik gewoon klimmen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten